Nieuwsbericht

Argumenten voor overeenstemming 1,13% arbeidsmarkttoeslag

16 november 2022 | 3 minuten lezen

Begin dit jaar is overeengekomen dat de middeninkomens in het sociaal werk met 1,13 procent worden verhoogd, omdat de middeninkomens in zorg en welzijn achterlopen op die van de markt. Deze middelen komen via de gemeente beschikbaar, maar in sommige gemeenten is nog geen overeenstemming bereikt met sociaalwerkorganisaties over de verwerking van deze 1,13 procent gemeentelijke middelen in de tarieven voor de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Mede namens het ministerie van VWS, de VNG en Sociaal Werk Nederland organiseerde het ‘Regioteam opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap Wmo & Jeugdwet’ daarom op 20 oktober jl. een online bijeenkomst waaraan vijftig gemeenten en aanbieders deelnamen. Onderaan deze pagina vind je de presentatie en een Q&A over de 1,13 procent arbeidsmarkttoeslag.

Succesvolle bemiddeling door Regioteam
In de online bijeenkomst hebben de VNG en Sociaal Werk Nederland de landelijke afspraken toegelicht, waarna het Regioteam inging op de argumenten die doorslaggevend bleken bij het bereiken van overeenstemming in de bemiddelingspraktijk. De bemiddeling door het Regioteam heeft in maar liefst 90 procent van de gevallen geleid tot overeenstemming over de verwerking van de 1,13 procent. Tegelijkertijd weten we dat niet alle gemeenten en sociaalwerkorganisaties die nog geen overeenstemming hebben bereikt, het Regioteam hebben ingeschakeld. Namens de VNG maakte Isabel Joosen (MT-lid inclusieve Samenleving, portefeuille Gezond Leven) duidelijk dat de afgesproken extra salariscomponenten daadwerkelijk terecht moeten komen in de salarissen van de zorg- en welzijnsprofessionals, zeker gezien de druk op de arbeidsmarkt. Lex Staal, directeur-bestuurder van Sociaal Werk Nederland, benadrukte dat het onze plicht en taak is om met elkaar helderheid te bieden in die gemeenten waar de 1,13 procent-regeling nog een vraagstuk is.

Argumenten richting gemeente
We hebben de belangrijkste overwegingen en argumenten vanuit deze online sessie voor je onder elkaar gezet, om mogelijk te gebruiken richting de gemeente:

  • Twijfels bij een gemeente over de toereikendheid van de macro-compensatiemiddelen voor individuele gemeenten is een gespreksonderwerp tussen gemeenten (VNG) en het Rijk en uitdrukkelijk niet tussen individuele gemeente en de sociaalwerkaanbieder.
  • Gemeenten hebben tot dusverre via de VNG niet bij het Rijk aan de bel getrokken met onderbouwde informatie over de ontoereikendheid van de macro-compensatiemiddelen.
  • Voor de maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp in het Gemeentefonds van circa 10,4 miljard euro zijn ook de middelen voor de brede, veelal collectief georganiseerde welzijnstaken meegenomen bij de berekening van de macro-compensatiemiddelen.
  • Senior juridisch adviseur Linda Hazenkamp van de VNG geeft aan dat iedere gemeente is gecompenseerd in het Gemeentefonds voor de 1,13 procent op basis van de standaardverdeling (zie ook de Decembercirculaire gemeentefonds 2021: 675 miljoen euro). Dit bedrag is berekend mede op basis van de ‘oude’ welzijnsmiddelen. De communicatie daarover is in het begin onduidelijk geweest.
  • De structurele arbeidsmarkttoeslag (extra salaris) maakt deel uit van de CAO-afspraken. Sociaalwerkorganisaties zijn verplicht om deze afspraken te volgen en deze toeslag uit te betalen. Alle landelijke partijen (en inmiddels vrijwel alle gemeenten) gaan er vanuit dat gemeenten ook van hun aanbieder verwachten dat ze zich gedragen als een goed werkgever en zij daarmee de aanbieder ook in staat stellen de arbeidsmarkttoeslag te financieren.
  • Indien de 1,13 procent niet in de tarieven voor sociaal werk wordt verwerkt, dan kan de aanbieder niet meer doen: de dienstverlening kan immers niet met terugwerkende kracht worden aangepast. Dit betekent dat de aanbieder de extra salarisuitgaven moet financieren uit eigen vermogen. Vertraging in compensatie door gemeenten betekent dan niet alleen dat het jaar 2022 voor rekening komt van de aanbieder, maar dat de grondslag voor de tarieven in de jaren daarna steeds verkeerd is en dit blijft na-ijlen.
  • Het budgetrecht ligt bij de gemeenteraad. Sociaal Werk Nederland zal via een brief gemeenteraden oproepen zich ervan te vergewissen dat de landelijke afspraken over de 1,13 procent zijn nagekomen in de gemeente. In deze brief zullen wij nadrukkelijk aangeven dat de vermeende ontoereikendheid van macro-compensatiemiddelen daarbij niet als argument ingezet kan worden.
     

Tot slot stelden we in de bijeenkomst ook vast hoe ingewikkeld de uitvoering van de regeling is bij gemeenten én aanbieders, en dat de wettelijke basis onduidelijk is. Sociaal Werk Nederland en de VNG zijn in gesprek over de mogelijkheid van een wettelijk verplichte uniforme indexering(sbron) voor het sociaal werk, mede in het licht van de door het Integraal Zorg Akkoord (IZA) beoogde inzet op preventie en vroegsignalering. Deelnemers vanuit gemeenten vonden de bijeenkomst verhelderend: we moeten het met elkaar doen en daar hebben wij het sociaal werk bij nodig, was de slotsom.

Schakel de hulp in van het Regioteam!
Kun je ondersteuning gebruiken om tot overeenstemming te komen over de verwerking van de 1,13 procent, schakel dan de hulp in van het Regioteam. Regioadviseur Peter Paul Doodkorte is het eerste aanspreekpunt voor gemeenten en aanbieders, hij is bereikbaar via e-mail of tel. (06) 5316 5996. Je kunt ook een e-mail sturen naar de helpdesk van het Regioteam: regioteam@i-sociaaldomein.nl. De regioadviseur pakt het signaal – eventueel in samenspraak met de regioadviseur van de betreffende regio - binnen vijf werkdagen op en organiseert het gesprek met de betrokken partijen.