Nieuwsbericht

Cao-uitleg Ouderschapsverlofregeling

12 mei 2022 | 1 minuut lezen

We merken dat er tijdens de OPOF een misverstand is opgetreden bij de uitleg van het cao-artikel over de vergoeding van het ouderschapsverlof. Dat vinden we heel vervelend en dat is nooit de bedoeling geweest.

De uitleg van cao-partijen aan artikel 5.11 van de cao SW is om de wettelijke vergoeding en de cao-vergoeding niet tegelijk te laten plaatsvinden. Deze uitleg is gericht op de doorlooptijd van de wettelijk uitkering en de cao-vergoeding en verandert niks aan de duur van het ouderschapsverlof. De duur van het ouderschapsverlof blijft 26 weken.

De werknemer heeft van de 26 weken 9 weken recht op een wettelijke uitkering. Dit recht ontstaat alleen als de werknemer dit verlof opneemt in het eerste levensjaar van het kind. Na afloop van de wettelijke uitkering kan de werknemer aansluitend dan wel op een ander moment een beroep doen op de ouderschapsverlofregeling van de cao Sociaal Werk. Een werknemer kan namelijk tot het 8e levensjaar van het kind – betaald op grond van de cao- vergoeding of onbetaald - ouderschapsverlof inzetten.

Een beroep op wettelijk betaald ouderschapsverlof kan de in de cao- geregelde recht op vergoeding gedurende 12 maanden niet aantasten.

Wij hopen dat de opgetreden onduidelijkheid hiermee verhelderd is.

Heeft u verdere vragen over de Cao, stelt u die dan via het JZO-systeem.