Blog

Rekentool Wmo en landelijke indexatie: daar zitten onze leden op te wachten

Hoogstwaarschijnlijk gaat er wel eens een dag voorbij dat u niet stilstaat bij de voortgangsrapportage Evaluatie AMvB reƫle prijs Wmo 2015. Dat mag ook, maar deze maand is er belangrijk nieuws.
2 juli 2019 | 2 minuten lezen

VNG, NDSD, FNV, CNV, Actiz, KNV, VGN, SWN, Zorgthuisnl, GGZ Nederland, RIBW alliantie, Federatie Opvang: deze betrokken partijen – inclusief de VNG! – hebben afgesproken om op korte termijn toe te werken naar een toekomstbestendige rekentool voor de huishoudelijke hulp en naar doorontwikkeling van bestaande rekentools voor andere vormen van Wmo-dienstverlening. Bovendien zijn de betrokken partijen (waaronder Sociaal Werk Nederland) overeengekomen een gezamenlijke richtlijn voor loon- en prijsindexatie op te stellen. Daar zitten veel van onze leden absoluut op te wachten.
Die afspraak vloeit voort uit het overleg van de Tweede Kamer met minister Hugo de Jonge over de Wmo 2015. Voorafgaand daaraan heeft Sociaal Werk Nederland  mondeling bijgedragen aan de voortgangsrapportage Evaluatie AMvB reële prijs Wmo 2015, als lid van de bestuurlijke begeleidingscommissie van die evaluatie.
In opdracht van het ministerie van VWS voert Berenschot een meerjarig evaluatieonderzoek uit naar de toepassing van deze AMvB. Op meeste evaluatievragen geeft deze eerste meetronde echter nog geen duidelijke antwoorden. Omdat de gesprekken in de begeleidingscommissie vertrouwelijk zijn, kan ik daar helaas niet nader op ingaan. Maar uit de publieke voortgangsrapportage blijkt in elk geval dat het Berenschot niet is gelukt om een volledig beeld op te halen van de tariefsontwikkeling in de periode van 2015 tot eind 2018. Om data-technische redenen beperkt het onderzoek zich bovendien tot maatwerkvoorzieningen.
Berenschot constateert dat de ervaringen wisselend zijn, zowel vanuit gemeenten als  vanuit aanbieders. Het belangrijkste discussiepunt is de indexatie van de tarieven. Dat blijkt uit de casussen die zijn voorgelegd aan de regiegroep. Ook valt in de rapportage van het evaluatieonderzoek én in die van de regiegroep te lezen dat de afgelopen periode meermaals discussie is ontstaan over het gebruik én de interpretatie van rekentools.
Het gesprek binnen de bestuurlijke begeleidingsgroep waaraan wij op 19 juni deelnamen ging ook over de noodzaak van een gezamenlijke vervolginzet in de ondersteuning van gemeenten en aanbieders bij de uitvoering van de Amvb. Voor bepaalde praktijkvraagstukken hebben veel gemeenten en aanbieders echt betere ondersteuning nodig. De belangrijkste afspraak is zoals gezegd om op korte termijn toe te werken naar een toekomstbestendige rekentool voor de huishoudelijke hulp. De lessen die uit de ontwikkeling van deze rekentool kunnen worden getrokken, zijn ook bruikbaar voor de doorontwikkeling van bestaande rekentools, waaronder de handreiking Kostprijsberekeningen Sociaal Werk die Berenschot voor ons heeft ontwikkeld voor andere vormen van ondersteuning.
Ook zijn de betrokken partijen – de VNG incluis - overeengekomen om op korte termijn toe te werken naar een gezamenlijke richtlijn voor loon- en prijsindexatie. Omdat aanbieders en gemeenten nog in gesprek zijn over de tarieven voor 2019 of het binnenkort gaan hebben over de contracten voor 2020, is het noodzakelijk dat hierover snel eenduidige afspraken worden gemaakt.
Als ze daar niet uitkomen is er weliswaar een man overboord, maar er is een reddingsboei: de recent opgerichte Geschillencommissie Sociaal Domein. Partijen kunnen zich samen bij deze commissie vervoegen en hopelijk alsnog overeenstemming bereiken.