Gouden Gemeente Aalten 

Open houding en investeren in het sociale netwerk

Twee dingen maken Aalten tot een Gouden sociale Gemeente, vindt Eric Wichgers (directeur Figulus Welzijn). ‘Ten eerste: hun open, soepele en stimulerende houding tegenover nieuwe ideeën die je aandraagt. Van de wethouder tot de ambtenaar. Ze zeggen niet bij voorbaat dat er geen geld voor is, maar denken mee.’

Ten tweede investeert de gemeente nadrukkelijk in het lokale sociale netwerk. ‘Met menskracht én met geld.’ Dat hechte netwerk betaalt zich uit bij bijvoorbeeld de begeleiding van de ruim honderd vergunninghouders die Aalten telt. ‘Als Figulus doen we zelf het vluchtelingenwerk. Samen met de gemeente en de sociale dienst (Laborijn) hebben we een programma opgezet om iedere vergunninghouder minimaal één dagdeel per week te laten werken. Bij de voetbalclub of de kinderboerderij, maar ook bij bouwbedrijven, een kapper en zelfs bij een tandarts. In de hoop dat ze straks een baan vinden of een opleiding gaan doen. Want Aalten hanteert de visie dat hulpverlenen altijd gekoppeld moet zijn aan activeren. En terecht!’

De kracht van Aalten
Wat daarbij helpt is dat Aalten de afgelopen jaren niet heeft bezuinigd op bijvoorbeeld buurthuizen, die hier “Kulturhus” heten. ‘Andere gemeenten zie je nu alles op alles zetten om zo’n sociaal netwerk weer op poten te zetten.’
Aalten kent geen aparte sociale wijkteams. ‘Alle organisaties werken samen, van de voetbalclub tot MEE, van de kerken tot de Rotary. Met sociaal werk als smeerolie. Dat is de kracht van Aalten.’
Tegelijkertijd is de gemeente scherp op de uitkomsten van die samenwerking. ‘Organisaties die wel een tandje bij kunnen zetten, sporen ze aan om dat ook te doen. Ze zetten iedereen op scherp. Het belang van inwoners gaat boven dat van organisaties.’