Dementie, welzijn en Hugo de Jonge
Zevenenzestig prominenten in de gezondsheidszorg roepen vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Hugo de Jonge (CDA), op om meer aandacht te besteden aan preventie van dementie in de zorg. De minister moet in de week van 28 oktober zijn begroting voor 2020 verdedigen in de Tweede Kamer. De essentie is het besparingspotentieel van €2 miljard per jaar door slimmere dementiezorg.
Een van de auteurs van deze oproep is prof. dr. Marcel Olde Rikkert, geriater en verboden aan het Radboudumc Alzheimer Centrum. De andere auteurs zijn drs. Karine van ’t Land, arts Maatschappij & Gezondheid i.o., Amsterdam UMC en drs. Martijn van Winkelhof, initiatiefnemer en onder andere werkzaam bij het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde.
Van de VWS-begroting gaat meer dan € 9 miljard naar dementiezorg. Ook in termen van persoonlijk leed en ziektelast is dementie koploper. De ziekte neemt de meeste gezonde levensjaren weg van de Nederlandse bevolking, en legt een zware druk op veel mantelzorgers. De angst voor dementie werpt bovendien een zeer stressvolle schaduw vooruit voor veel ouderen.
Het stuk is mede ondertekend door iedereen die ertoe doet in de neurologie, geriatrie en ouderenzorg - hoogleraren van alle vijf academische centra voor Alzheimer, hoogleraren neurologie/geriatrie, Alzheimer NL, Hugo Borst en zestig andere opinieleiders - én bestuurder Ad van Rijen, bestuurslid van Sociaal Werk Nederland en bestuurder WijZijn Traversegroep, dementienetwerk West-Brabant.
Koppeling medisch - sociaal domein
Voor Sociaal Werk Nederland is dementie zeker ook een hoofdthema dat terugkomt in verschillende programma's. Rode draad is de koppeling tussen het medische en het sociaal domein. Daar vallen kwetsbare ouderen immers tussen wal en schip. We streven ernaar dat het vanzelfsprekend wordt dat het welzijn van buurtbewoners stevig onderdeel is van de sociale basis in elke buurt. Een buurtinfrastructuur, praktisch en sociaalmaatschappelijk, rond ouder worden en dementie, met belangrijke peilers als gezonde leefstijl, bewegen, ontmoeten.
Alzheimer heeft een medische maar zeker ook een sociaalmaatschappelijke kant: die is nu nog onderbelicht. Lijf en brein moeten actief blijven. Buurtbewoners in beweging krijgen slaat minstens twee vliegen in één klap: ze komen lichamelijk en sociaal in beweging. Dankzij ontmoeting ontstaat een netwerk; dat maakt mensen minder eenzaam en de buurt hechter.
Maar wie zet de oudere bewoners in beweging en wie bouwt die buurtnetwerken? Dat gaat doorgaans niet vanzelf. Dat vraagt een vorm van opbouwwerk, samenwerking, waarbij sociaal werkers een unieke rol kunnen spelen, vaak samen met actieve buurtbewoners die als sleutelfiguren fungeren. Met deze vorm van preventie versterk je in een buurt welzijn en vroegsignalering en kunnen we deels voorkomen dat er spoedopnames plaatsvinden.
Niet alleen buurtbewoners zelf maar ook mantelzorgers en het netwerk hebben concrete ondersteuning nodig. In het programma Langer Thuis vragen we stug extra aandacht voor deze nabijheid en de ondersteuning die daarvoor nodig is. Geld speelt in gemeenten zeker een rol bij de doorontwikkeling van dit deel van de transformatie. Rond eenzaamheid en dementie gaat het dan om de samenwerking huisarts-wijkverpleegkundige-sociaalwerk, om vroegsignalering en om samenwerking (inclusief financiering voor overlegtijd).
De hele oproep vind je op de website van Radboud Umc, en het achtergrondartikel in NRC staat hier.
In het tv-programma Buitenhof zegde Hugo de Jonge op 27 oktober 2019 toe dat er meer aandacht komt voor preventie in gemeenten: gemeenten die hierop nu inzetten merken vervolgens niets van de opbrengst van die moeite: die winst gaat immers naar de zorgverzekeraar die minder kosten maakt. Dat moet anders.
Sociaal Werk Nederland pleitte in 2013 al voor een VIP-fonds: een Regionaal Fonds voor Innovatie en Preventie. Inclusief uitwerking en rapport van Zorgmarktadvies.