Beroepsgeheim: zo zit dat voor jeugd- en jongerenwerkers
Beroepsgeheim
Kenmerkend voor iedere vorm van hulpverlening, ondersteuning, behandeling, zorg, activering, opvang, begeleiding en kinder- en jongerenwerk is dat de professional een beroepsgeheim heeft. Kern daarvan is dat hij door de aard van zijn werk als regel verplicht is tot geheimhouding van alles wat hem ter kennis komt in het kader van de hulp die hij biedt.
Medische professionals en jeugdhulpverleners
Sommige beroepsgroepen hebben een ‘eigen’ wet met daarin het beroepsgeheim. Zo is het medisch beroepsgeheim voor professionals in de somatische en geestelijke gezondheidszorg vastgelegd in de Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet Big) en in de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo). Deze wetten gelden voor alle medisch professionals, zoals artsen, verpleegkundigen, verloskundigen, psychiaters, fysiotherapeuten en gz-psychologen.
Voor jeugdhulpverleners geldt dezelfde geheimhouding als voor medisch hulpverleners en hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. De tekst van de bepaling in de Jeugdwet is bijna letterlijk overgenomen uit de Wgbo. Sinds 2015 zijn ook jeugdhulpverleners (op hbo-niveau en academisch niveau) onderworpen aan tuchtrecht, net als medisch hulpverleners.