‘Niet voor alle eenzame ouderen is een ontmoetingscentrum een goed idee'
In Nederland wonen 312 duizend 55-plussers met een migratieachtergrond. Een vaak vergeten groep die Tineke Fokkema, bijzonder hoogleraar Ageing, Families and Migration aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, al jaren met veel passie en bevlogenheid onder de aandacht brengt van wetenschappers en professionals. Op 19 februari vindt mede onder haar leiding een groot congres plaats over zorg voor en het sociaal welbevinden van oudere migranten.
Oudere migranten kun je onmogelijk op één hoop gooien, stelt ze, ‘er zijn zoveel verschillende factoren die van invloed zijn op hoe het nu met hen gaat. Tegelijkertijd is er natuurlijk wel het meest bekend over de grootste groepen ouderen van niet-westerse komaf. Daar is simpelweg meer onderzoek naar gedaan.’
Wat haar van al die onderzoeken het meest in het oog springt, is de grote eenzaamheid onder Turkse en Marokkaanse ouderen. ‘Zo’n twee derde van de Turkse en Marokkaanse 55-plussers voelt zich eenzaam. Dat is een alarmerend cijfer, want van de ouderen zonder migratieachtergrond geeft ‘slechts’ zo’n een op de drie aan zich eenzaam te voelen. Bij Surinaamse ouderen ligt dit getal iets hoger. Zij staan in cultureel opzicht dichter bij de Nederlandse cultuur en ervaren ook minder taalproblemen dan Turkse en Marokkaanse 55-plussers.’
Het belangrijkste dat ze van al haar onderzoeken heeft geleerd, is dat je alleen hulp kunt bieden als je precies weet wat de oorzaken van eenzaamheid zijn. ‘Er zijn zoveel organisaties in Nederland die iets voor eenzame ouderen willen betekenen, maar onvoldoende stilstaan bij de werkzaamheid van hun interventies. Als iemand niet genoeg vrienden heeft en over voldoende sociale vaardigheden beschikt, is een ontmoetingscentrum een goed idee. Maar als een persoon ontzettend verlegen is of de hele dag loopt te zeuren, heeft dat weinig zin.’
Lees het hele interview met Tineke Fokkema