Nieuwsbericht

Drie nieuwe regionale centra tegen huiselijk geweld en kindermishandeling

10 januari 2019 | 1 minuut lezen

Het kabinet trekt 3 miljoen euro uit voor drie nieuwe regionale centra tegen huiselijk geweld en kindermishandeling. De pilots en centra starten in het eerste kwartaal van 2019.

De centra moeten ervoor zorgen dat acuut geweld eerder stopt, de veiligheid van slachtoffers wordt vergroot en plegers op een passende manier worden aangepakt. Op de locaties werken verschillende experts samen, zoals forensische artsen, maatschappelijk werkers en politieagenten. Het slachtoffer kan zo terecht bij één centrale instantie in plaats van bij verschillende. Ook moet er één aanpak voor het hele gezin komen.

De locaties komen in de regio's Hart van Brabant, Rotterdam-Rijnmond en Kennemerland. Kennemerland heeft al een vergelijkbaar centrum, maar richtte zich tot dusver alleen op slachtoffers van kindermishandeling. De ervaringen hier zijn positief.

Huiselijk geweld en kindermishandeling vormen een hardnekkig maatschappelijk probleem. Jaarlijks zijn nog steeds zo’n 200.000 volwassenen en 119.000 kinderen slachtoffer. Met het programma ‘Geweld hoort nergens thuis’ willen de ministers van VWS en Rechtsbescherming samen met de VNG  huiselijk geweld en kindermishandeling terugdringen, stoppen en duurzaam oplossen.

Meer informatie vind je op de website van het ministerie van VWS en op de website van het NJI.