Nieuwsbericht

Samenlevingsopbouw als specialisme

27 november 2018 | 1 minuut lezen

Sociaal wijkteams hebben hun handen vol aan grote hoeveelheid individuele hulpvragen en complexe meervoudige problematiek. De meeste tijd zit in het bieden van passende individuele zorg en ondersteuning. Het wijkteam in Assen doet het anders en weet balans te houden tussen preventie en hulp.

Uit de meest recente peiling onder gemeenten naar de stand van zaken van sociaal (wijk)teams van Movisie blijkt dat werkzaamheden als casusregie, vraagverheldering en het maken van een plan met de cliënt momenteel de meeste tijd kosten. Hierdoor staan bij veel wijkteams preventie en outreachend werken onder druk.

In de gemeente Assen herkennen ze dit beeld. Toch hebben ze daar - in tegenstelling tot gemeenten die outreachend werken niet (meer) als kerntaak van de wijkteams zien - geconstateerd dat er meer tijd moet zijn om de wijk in te gaan.

Zo is bijvoorbeeld opbouwwerker Margriet op vaste tijden in de wijk en aanspreekbaar voor allerlei zaken, maar ook voor gewoon een praatje. Zo werkt ze aan sociale contacten en verbindingen in en met de wijk. Op die momenten is Margriet vrijgesteld van individuele casuïstiek. Maatschappelijk werker Merlijn, specifiek opgeleid voor individuele vragen, neemt dit stuk van haar over.

Presentie centraal
Waar het welzijnswerk vroeger in homogene teams werkte, wordt sinds drie jaar binnen de compleet nieuwe welzijnsorganisatie Vaart Welzijn door wijkverpleegkundigen, sportbuurtwerkers, opbouwwerkers, jongerenwerkers, ouderenwerkers en maatschappelijk werkers als team samengewerkt. De interdisciplinaire aanpak en toename van individuele hulpvragen waar de teams mee te maken kregen, zorgden er voor dat de focus van de professionals vooral op de individuele vragen lag. Terwijl de belofte van de wijkteams juist preventie was. Om aan die belofte te voldoen zijn er in Assen extra middelen vrijgemaakt voor samenlevingsopbouw en een outreachende manier van werken.

Vaart Welzijn merkte onder andere op dat de grootte van de teams, met soms wel meer dan vijftien professionals, op bepaalde momenten aan daadkracht inboette. Daarom is nu gekozen voor een gemiddelde teamgrootte van acht tot twaalf professionals. Om beter te kunnen sturen op de outreachende inzet, is er een adviseur samenlevingsopbouw aangenomen die kijkt wat er nodig is aan kennis en vaardigheden in de verschillende teams.

Lees het hele artikel op Buurtwijs