Blog

De buren van Khaldun

Shailesh Ramnath is kinderwerker in Den Haag. Samen met een aantal kinderen ging hij in gesprek met de wethouder en burgemeester: over aandacht geven als je die thuis niet krijgt.
29 juni 2021 | 2 minuten lezen

Neem Khaldun van 7 jaar. Een paar jaar geleden is hij vanuit Syrië naar Nederland gevlucht. Hier in Den Haag heeft hij echter geen familie en maar een klein sociaal netwerk. Hij begon dus al met een flinke taalachterstand aan de basisschool. Zijn klasgenootjes zijn allemaal een paar jaar jonger. Tijdens de lockdown moest hij thuisonderwijs volgen. Zijn oudere broer en zijn ouders wilden hem graag helpen, maar daarvoor is eigenlijk hun Nederlands niet goed genoeg.

Gelukkig kennen de buren van Khaldun het kinderwerk van Voor Welzijn. Ze raadden de ouders van Khaldun aan om bij mij langs te komen om te kijken of het mogelijk was om bij het kinderwerk aan school te werken. In de periode dat de school gesloten was, is hij elke dag langs geweest om huiswerk te maken. Maar ook om daarna een spelletje met mij en de andere kinderen te doen. Nu hij weer naar school gaat, blijkt gelukkig dat hij niet nog veel verder achterop is geraakt.
Dat is wat kinderwerk voor kinderen kan doen: aandacht geven. Hen bij de les houden, letterlijk en figuurlijk.

“Goede kinderwerkers zijn een onmisbare schakel in de sociale basis rond opgroeien.” Zo staat het in het rapport Onderzoek Kinderwerk Anno 2021. Dat rapport hebben we onlangs uitgereikt aan wethouder Martijn Balster, bij zijn werkbezoek aan ons wijkcentrum Bokkefort. Daar waren ook de kinderen zelf en leden van de bewonersorganisatie bij.

De wethouder zei dat hij kinderwerk zeker belangrijk vindt en dat hij het onderzoek zal delen met de gemeenteraad. Een van zijn ambtenaren vroeg ons om het rapport een week later ook te overhandigen aan burgemeester Jan van Zanen tijdens diens bezoek aan het stadsdeel. Dat heb ik samen met een aantal kinderen gedaan. Jan van Zanen heeft met de kinderen gepraat en gaat het rapport ook geven aan 14 andere burgemeesters.

Helaas bevindt niet elke kinderwerker zich in de positie waarin ik zit. Want als er bezuinigd moet worden op het welzijnswerk sneuvelt het kinderwerk vaak als eerste. “Dat is er immers alleen om kinderen te vermaken.”

Tegelijkertijd gaat er wél veel geld en aandacht naar het jongerenwerk. Maar alléén geld geven aan jongerenwerk is het paard achter de wagen spannen. Goed jongerenwerk begint volgens mij met goed kínderwerk. In het wijkcentrum hier in de buurt komen veel jongeren bij het jongerenwerk die als kind al bij mij kwamen. En wat blijkt? Jongerenwerkers zien een groot verschil tussen jongeren die wél en níét naar het kinderwerk zijn geweest. Van de eersten heeft een groot deel werk of gaat naar school. Ook hun bereidheid om iets te doen voor andere buurtbewoners is groot, omdat zij de meerwaarde daarvan hebben meegekregen toen zij jonger waren.

Voor veel kinderen zorg ik voor de rust en structuur die ze thuis niet altijd hebben. Ik vraag hen hoe het op school was, maar ook hoe het thuis gaat. En vooral: hoe gaat nu met jou? Voor mij zijn het korte gesprekjes, maar voor kinderen maken ze vaak een wereld van verschil. Door die persoonlijke aandacht zie je vaak dat ze nieuwe energie opdoen die de lichtjes in hun ogen weer doet branden. Dat is niet alleen prettig voor het kind en zijn familie, maar het bespaart de samenleving op de lange termijn ook heel veel (jeugd)zorgkosten.

En echt: zo ingewikkeld hoeft het niet te zijn. Als er maar een wijkcentrum is. Als een gemeente maar voldoende geld over heeft voor goed opgeleide kinder- en jongerenwerkers. En als er maar buren zijn zoals die van Khaldun: mensen die zich het lot van anderen aantrekken.