Blog

Oude en nieuwe eenzaamheidsbestrijders hebben elkaar nodig

Deze week was ik bij de tweede bijeenkomst van de landelijke coalitie tegen eenzaamheid.
15 februari 2019 | 2 minuten lezen

Half februari was ik bij de tweede bijeenkomst van de landelijke coalitie tegen eenzaamheid. Minister Hugo de Jonge had ruim zestig organisaties bijeengeroepen om te verkennen hoe ver we zijn met “Eén tegen eenzaamheid”, het programma dat hij een jaar geleden lanceerde. Sociaal Werk Nederland is een van de ondertekenaars van het overkoepelende Ouderenpact.
Hij sprak ieder van ons aan: ”Natuurlijk kunnen we de eenzaamheid in Nederland niet voor iedereen oplossen, maar ieder van ons kan misschien wél de eenzaamheid van één landgenoot doorbreken.”

Vervolgens deed hij iets slims. Hij gaf het podium vooral aan organisaties die je vanuit zorg en welzijn niet onmiddellijk associeert met eenzaamheidsbestrijding: een koffiebrander, een supermarktketen, NS en de ANWB bijvoorbeeld. Een indrukwekkend rijtje, chapeau!
De nieuwe eenzaamheidsbestrijders vertelden dat zij veel vrijwilligers en buurtbewoners aan hun initiatieven wisten te koppelen. En ook dat hun medewerkers steeds beter worden in het signaleren van eenzaamheid. Fantastisch toch? Niet meer langs elkaar heen leven, maar oog voor elkaar hebben, een praatje maken en waar mogelijk iemand een tip geven om iets nieuws te ondernemen.
Toch een kanttekening. Tuurlijk, ondernemers zijn goed in creatieve ideeën bedenken; en die vaardigheid is een welkome aanwinst bij het tegengaan van eenzaamheid. Maar de crux is om die mooie voorbeelden te verbinden aan de infrastructuur die er in Nederland al is rond eenzaamheidsbestrijding. Denk aan organisaties als De Zonnebloem, het Nationaal Ouderenfonds, Humanitas en de vele sociaalwerkorganisaties die lokaal elk honderden buurtbewoners, vrijwilligers koppelen aan hun professionele ondersteuning. Een VOG aanvragen, vrijwilligers trainen en begeleiden, en zorgen voor continuïteit: onze organisaties en hun goedopgeleide sociaal werkers doen dat al decennia. Met hart en ziel, maar ook met verstand en kennis van zaken.
Gelukkig is die verbinding tussen de supermarkt, NS en buurtwerkers er soms ook al. De kerstdiners van Jumbo kwamen jaren terug al tot stand omdat sociaalwerkorganisaties ervoor zorgden dat eenzamen werden uitgenodigd en op de plek van bestemming kwamen. En ANWB Automaatje, een daverend succes dat grotendeels op vrijwilligers draait, geeft aan dat die vrijwilligers dat alleen kunnen doen bij de gratie van ondersteuning door professionals van de welzijnsorganisatie met wie ANWB Automaatje altijd samenwerkt.
Maar voor de zekerheid wil ik de minister graag dit meegeven: prima dat sommige supermarkten zich bekommeren om het lot van eenzame mensen; en het is ook een groot goed dat installateurs, postbezorgers en wijkverpleegkundigen alerter worden op signaleren van sluimerende eenzaamheid. Maar dan? Hoe zorg je ervoor dat er iets met hun signalen wordt gedáán?
Duurzame eenzaamheidsbestrijding staat of valt met een actief netwerk van vrijwilligers die hun eenzame buurtgenoten opzoeken; die hen uitnodigen en helpen om weer mee te doen aan onder meer het verenigingsleven en culturele activiteiten. Dat alles onder toeziend oog van professionals die kunnen vaststellen of er méér aan de hand is, en of er ondersteuning nodig is vanuit welzijn en zorg.
Beste Hugo, je hebt nu de unieke kans om de nieuwe creatieve ideeën te koppelen aan die bestaande lokale netwerken met kennis en expertise over zingeving, activering en samenlevingsopbouw. Die weten hoe je vrijwilligers en professionals moet managen.
Die netwerken zijn er. En volgens mij staan ze absoluut open voor extra initiatieven om mensen erbij te halen en te houden. De nieuwe en de gerenommeerde eenzaamheidsbestrijders hebben elkaar keihard nodig.