Blog

Een feestje met een boodschap

Over wat buitenlanders vreemd vinden over hoe wij hier sociaalraadsliedenwerk organiseren: je werkt voor de gemeente en gaat dan voor de bewoner in beroep tegen die gemeente?
14 november 2018 | 2 minuten lezen

De Rotterdamse sociaal raadslieden bestaan vijftig jaar en ik mocht een praatje houden op hun jubileumcongres. Omdat ik dat eens anders wilde aanpakken, liet ik me inspireren door een boekje dat ik van mijn dochter kreeg. Dat gaat over hoe buitenlanders Nederland zien en welke gekke gewoonten wij in hun ogen hebben: moeders die rondfietsen met twee kinderen zonder helmen op; warm eten uit de muur halen; een verjaardagskalender in de WC hangen.
Minstens zo verbaasd zijn buitenlandse gasten als je hen vertelt hoe het sociaalraadsliedenwerk in Nederland is georganiseerd. Allereerst vinden ze het vreemd dat we dat niet landelijk geregeld hebben. Dat er niet overal sociaal raadslieden zijn, maar dat je in de ene gemeente er wél gebruik van kunt maken en in de andere níét.
Nog vreemder vinden zij het dat sommige raadslieden werkzaam zijn bij de gemeente, terwijl ze namens hun cliënt in beroep kunnen gaan tegen diezelfde gemeente! Ik leg uit dat dit wordt geborgd door goede afspraken en dat sociaal raadslieden diezelfde cliënt er ook op wijzen dat het soms slimmer is om juist niet in beroep te gaan, maar samen een eenvoudigere oplossing te zoeken.
Wat meestal verhelderend werkt is de vergelijking met de huisarts: een kort consult, een snelle analyse, kijken of de raadsvrouw/man het zelf kan oplossen (even bellen met de Belastingdienst, de Sociale Dienst of een schuldeiser), of doorverwijzen naar een specialist, bijvoorbeeld de advocatuur.
Rest vrijwel altijd de vraag: hoe kun je nou zorgen dat raadslieden goed werk leveren als er geen landelijk toezicht is? Dan leg ik uit dat ze al bijna veertig jaar zijn verenigd in de LOSR, dat er een gedegen opleiding is, dat er een beroepscode is opgesteld, en dat we een beroepsregistratie en een beroepsregister hebben. Het zijn professionals met een echt beroep; ze hebben juridische kennis, maar snappen ook waar mensen zoals hun cliënten mee worstelen in een steeds complexere, digitale samenleving. Ze hebben bovendien korte lijntjes met andere hulpverleners en handige contacten in de buurt. Ze reflecteren voortdurend op wat ze dagelijks doen, op hun organisatie en op de samenleving.
Maar het belangrijkste is: ze hebben een enorme passie voor hun vak én ze hebben er plezier in. Bijvoorbeeld als we in de signaleringscommissie eindelijk een rapport over een misstand af hebben en de titel moet worden verzonnen. Dan vliegen de gekste kreten over tafel, in de hoop daarmee de publiciteit te halen.
Die publiciteit is hard nodig. Want de boodschap van het congres was dat hoewel Rotterdam een bloeiende stad lijkt, er veel mensen buiten de boot vallen. Het dwingende systeem van regels en administratieve eisen is genadeloos en maakt steeds meer burgerslachtoffers. Maatwerk ontbreekt vaak, vertelde de gemeentelijke ombudsman, net als direct menselijk contact tussen burger en instanties. Haar oproep was dan ook om voor de sociaal raadslieden in Rotterdam weer een telefonisch spreekuur in te voeren. Door innovatief bedoelde vraagwijzers en dergelijke is dat namelijk verdwenen. Die oproep werd met een warm applaus ondersteund door de honderd aanwezigen.

Lees ook: Minister Dekker enthousiast over Dordtse sociaal raadslieden!