Kabinet komt met concrete doelstellingen om armoede te bestrijden
Staatssecretaris Van Ark (SZW) wil dat het aantal kinderen dat in armoede leeft, afneemt van 9,2% in 2015 naar 4,6% in 2030. Daarmee heeft het kabinet eerdere ambities concreet gemaakt. Daarmee zijn nu duidelijke doelstellingen geformuleerd voor armoedebestrijding. Eerste en Tweede Kamerleden hadden daarom gevraagd na publicatie van het SER advies Armoede onder Kinderen (2017).
De staatssecretaris schrijft in de 'Kamerbrief nadere uitwerking ambities kinderarmoede' aan de Eerste Kamer dat de ambitie is dat alle kinderen mee kunnen doen aan de maatschappij. Daarvoor wil zij in 2021 alle gezinnen met kinderen in de bijstand bereiken, en 70% van de werkenden met een laag inkomen en kinderen.
Het is een stap vooruit dat deze doelstellingen er nu zijn, want de nood onder kinderen is onverminderd hoog. En de huidige coronacrisis zou het nog erger kunnen maken. In de zomer van 2019 zei het SCP dat 8,8% van de kinderen opgroeit met het risico van armoede, volgens het SCP-criterium van "niet-veel-maar-toereikend". In sommige gemeenten is dit armoederisico nog hoger.
Werk voor ouders
Het kabinet wil armoede bij kinderen vooral verminderen door werk te bieden aan hun ouders. Meer uren werk voor ouders die al een inkomen uit werk hebben, en hulp aan mensen die nu nog bijstand hebben en willen gaan werken. Die ouders hoeven het niet alleen te doen. Gemeenten hebben een taak om mensen uit de bijstand en aan werk te helpen, en werkgevers kunnen werkenden meer uren bieden.
Armoede via school aanpakken
Naast inkomen uit werk is het belangrijk om armoede op andere plekken aan te pakken. In 2019 is de Alliantie Kinderarmoede opgericht. Meer dan 150 partijen werken daarin samen om armoede aan te pakken, bijvoorbeeld door scholen en de jeugdgezondheidszorg te betrekken.
Recent is de handreiking Omgaan met armoede op scholen, gemaakt door de ministeries van OCW en SZW, gemaakt.
Zie ook het bericht 'School kan ook bijdragen aan terugdringen van kinderarmoede' van de SER hierover.
Het sociaal werk heeft ook een belangrijke rol in het helpen naar geldpotjes, taalles en de toegang richting voorzieningen: toeslagen, gemeentelijke potjes, voorkomen schooluitval. En met schuldhulp en sociaal raadsdliedenwerk. Ook een aantal andere zaken zullen nog geregeld moeten worden.
Sociaal Werk Nederland werkt daarom ook mee aan de Armoedecoalitie.
En eigenlijk moet de armoedeaanpak structureel en waardig zijn: de overheid zou elk gezin moeten voorzien van internet en leermiddelen zoals een laptop voor elk kind. Dat scheelt schaamte en voorkomt achterstand door gebrek aan basismateriaal.
- Zie ook het artikel in de Volkskrant: docent Ismail Aghzanay: "Ik help graag waar het kan, maar eigenlijk vind ik dat de overheid ieder gezin moet voorzien van de basismiddelen. Dan heb ik het over een goede internetverbinding en een laptop. Deze crisis legt de kansenongelijkheid in het onderwijs echt bloot. Hierdoor bouwen leerlingen niet alleen een achterstand op, maar het gaat ook ten koste van hun zelfvertrouwen."