Print blogartikel
Blog
Mijn laatste…
Mijn laatste blog als voorzitter van Sociaal Werk Nederland. Ruim zeven jaar heb ik mogen rondkijken in de wereld van het sociaal werk. Ik heb ervan genoten.
Marijke Vos
1 oktober 2018 | 2 minuten lezen
Mijn laatste blog als voorzitter van Sociaal Werk Nederland. Ruim zeven jaar heb ik mogen rondkijken in de wereld van het sociaal werk. Ik heb ervan genoten.
Bijvoorbeeld van het bezoek dat we met jongeren en hun jongerenwerkers aan de Tweede Kamer brachten. Hoe dapper die jongeren vertelden over hun dagelijkse gevecht om overeind te blijven. En hoe belangrijk het is dat er dan op een dag iemand naast je komt staan, die jou ziet en die je vertrouwt. Die niet na vijven onbereikbaar is, maar die je zo nodig 24/7 kunt appen. Die je vraagt wat je wilt met je leven, wat je droom is.
Dat raakte me enorm. Ook de Kamerleden waren onder de indruk. Het bleek de opmaat voor een indringend gesprek over wat jongeren werkelijk nodig hebben. En hoe haaks dat helaas vaak staat op ons dichtgetimmerde zorgstelsel, op alle systeemdiscussies.
Waarom maken we het zo ingewikkeld? Waarom is niet de behoefte van mensen zelf de basis, en krijgt de professional niet de ruimte om vanuit zijn vakkennis en ervaring te doen wat mensen nodig hebben? Komt dat omdat het beteugelen van de kosten leidend is, en we daarom dat energieverslindende systeem van indicaties, toewijzingen en controle hebben opgetuigd? Het treurige is dat we door niet te doen wat nodig is, uiteindelijk duurder uit zijn. Daar ben ik de afgelopen jaren absoluut van overtuigd geraakt.
Nog even terug naar die bijzondere voorbeelden van de kracht van het sociaal werk. In Tilburg vertelde een jongere dit voorjaar hoe hij na jaren ‘aan de zelfkant’ zijn doel in het leven had gevonden: muziek, rappen. Omdat er eindelijk iemand was, een jongerenwerker, die zich echt voor hem interesseerde en voor wat hij graag wilde. Samen onderzochten ze hoe bij zijn droom kon waarmaken.
Een meisje vertelde dat ze na tig jaren hulpverlening, speciale scholen, mislukkingen en teleurstellingen, nu eindelijk haar leven op orde kreeg. Omdat een jongerenwerker in haar geloofde had ze voor het eerst van haar leven een opleiding wél afgemaakt.
Eropaf, aanbellen, in gesprek raken; zonder vooroordeel, maar met oog voor iemands verleden, wensen én mogelijkheden. Dat is ook precies de kern van het werk van Jenny Zwijnenburg. Haar aanpak klinkt simpel, maar is o zo ingewikkeld: mensen met psychosociale problemen die geïsoleerd zijn geraakt met elkaar in contact brengen; hen aansporen om hun eigen activiteiten te organiseren en hen zodanig te begeleiden dat je als sociaal werker uiteindelijk alleen nog een vinger aan de pols hoeft te houden. Dat is eigen kracht zoals het bedoeld is.
En dan de sociaal werkers die de schotten weten te slechten tussen vakgebieden, wetten en financieringsstromen. Die erin slagen professionals te winnen voor een gezamenlijk doel: doen wat écht nodig is voor kwetsbare mensen. Zoals Sjef van der Klein die huisartsen, wijkverpleegkundigen en sociaal werkers bijeen brengt, en hen aanzet om samen nieuwe vormen van ontmoeting te organiseren, met creatieve financiering, met het lokale bedrijfsleven.
Dat zag ik ook in Hoogeveen. Gemeente, huisartsen, wijkverpleegkundigen, sociaal werkers: ze werken samen, wisselen nu wel informatie uit, kijken wie wat het beste kan doen. Geen gedoe over wie welke rekening betaalt, over aanbestedingen, over kpi’s. Gewoon doen wat nodig is voor kwetsbare ouderen, vanuit vakmanschap en deskundigheid.
Dat is het sociaal werk waar ik ontzettend trots op ben. Het sociaal werk dat enorm veel ellende kan voorkomen. Het sociaal werk dat mensen dagelijks helpt hun leven op de rails te krijgen, hun talent te ontdekken, hun levenszin te hervinden.
Ga zo door, zou ik zeggen. Vanuit die eigenheid, dat vakmanschap, die visie op mensen en de samenleving. En zet er de schijnwerper op, vertel het luid en duidelijk, laat het zien. Ik dank jullie voor de inspirerende jaren, ik heb ongelofelijk veel geleerd. Tot ziens!