Nieuwsbericht

Rotterdams onderzoek: armoede en schulden belemmeren ouders in hun keuze voor de voorschool

Chris Bos
29 oktober 2019 | 3 minuten lezen

Het Landelijk Overleg Peuterspeelzalen (LOP) was op 15 oktober 2019 te gast in Rotterdam. Sociaal Werk Nederland en de HefGroep organiseerden die middag samen een bijeenkomst over het bereik van peuterwerk en de rol van armoede en schulden. Het was bedoeld als een regionale bijeenkomst, maar ook uit andere delen van Nederland was de belangstelling zo groot dat er waarschijnlijk een tweede bijeenkomst komt.

Tessa de Groot belichtte het social marketingonderzoek dat zij deed in opdracht van de gemeente Rotterdam. Wat zijn de behoeften, wensen en motivaties van ouders om wel of niet gebruik te maken van de voorschool? Daarover ondervroegen de onderzoekers 131 ouders.
Vijf factoren bepalen mede of ouders voor VE kiezen: geslacht, culturele achtergrond, gezin, werk en financiën. Wil je de drempels die ouders ervaren wegnemen, dan is het belangrijk om rekening te houden met de verschillende soorten ouders die je binnen elk van deze categorieën kunt onderscheiden.

Geslacht
Tessa: ‘De rol van de moeder is enorm belangrijk: zij houdt contact met school en zorg; zij verzamelt informatie en stemt vervolgens af met de vader.’
Moeders zijn daarom de aangewezen doelgroep wat betreft communicatie over het nut van VE. Echter: ‘Neem de vaders wel mee, ook al stellen ze andere doelen aan VE. Vaders vinden het vooral belangrijk dat kinderen weerbaarder worden voor ze naar de basisschool gaan.’

Culturele achtergrond
‘Voor Turkse, Marokkaanse en Midden- en Oost-Europese (MOE) ouders is vooral de cognitieve ontwikkeling van hun kinderen belangrijk. Waaronder ook het leren van de eigen moedertaal. Ouders met een autochtone of Creoolse achtergrond hechten meer aan goede sociaal-emotionele vaardigheden.’
Dit leidt tot een belangrijke conclusie over het benaderen van deze ouders: ‘Je kunt dus niet voor beide groepen met dezelfde boodschap komen. Een gedifferentieerde aanpak is nodig: bij de “cognitieve” groep ouders onderstreep je het schoolse karakter van VE, bij de tweede groep het speelse. Doe je dat niet, dan kan het een groot afhaakmoment zijn.’

Handig is bovendien om sleutelfiguren uit de eigen culturele setting in te schakelen, aldus Tessa. ‘Informatie die bij deze sleutelfiguren vandaan komt landt veel eerder bij de betreffende doelgroep. Bij MOE-landers kan dat bijvoorbeeld iemand van de Poolse winkel zijn, of van de Russische weekendschool.’

Gezin
Als het gaat om het eerste kind zijn ouders voorzichtiger. ‘Laat deze ouders vooral ervaren hoe het eraan toegaat in de voorschool. Bij tweede kinderen is dat niet meer nodig en spelen er andere overwegingen. Hier is het bijvoorbeeld belangrijk dat de ouderbijdrage flink omlaag gaat, zodat de extra kosten geen drempel zijn.’

Werk
Veel ouders die niet werken denken dat VE vooral een opvangvoorziening is. Daar hebben ze geen behoefte aan: ze zijn immers veel thuis? ‘Benadruk tegenover hen daarom de extra’s van VE: spelend leren, samen met andere kinderen.’

Financiën
Ouders met een uitkering of schulden maken minder gebruik van VE. ‘Kredietbank en UWV zouden hier misschien iets aan kunnen doen, vooral helpen bij het aanvragen van toeslagen.’

Gebruik de juiste woorden!
Woorden als voorschool, klas en leren, doen het goed bij de “cognitieve” ouders, maar andere ouders schrikken er juist voor terug. Hou daar rekening mee.
Nog zo eentje: indicatie. Tessa: ‘Dat woord geeft ouders het idee dat ze iets fout doen. Benadruk liever wat ze aan VE kunnen hebben. Daarbij passen woorden als: recht hebben op, gratis, extra en toeslag.’
De belangrijkste reden waarom ouders wél voor de voorschool kiezen is dat kinderen er samen spelen en samen delen, ook als voorbereiding op de basisschool.

Hoe kom je bij ouders in hun Cirkel van Vertrouwen?
Voor een weloverwogen keuze gaan ouders te rade bij respectievelijk hun Cirkel van Vertrouwen (familie, vrienden), hun Cirkel van Ervaring (andere ouders) en de Cirkel van Kennis (instanties).
Tessa: ‘Als professionals zitten we niet in die eerste twee, terwijl daar meestal de grootste overtuigingskracht zit. Daar moet je dus bij aansluiten. Neem ervaringen van ouders op in de filmpjes die je verspreidt, neem de tijd voor informele persoonlijke contacten, bijvoorbeeld in speeltuinen.’

Grote behoefte aan zekerheid
Ouders hebben vooral behoefte aan zekerheid, inclusief een eenduidig beeld van wat ze wanneer moeten doen: zo concreet maar ook zo bondig mogelijk. En daarbij: ‘De bron is belangrijker dan de inhoud. Van een bekende nemen ze meer aan dan van een vreemde.’

Na de presentatie van Tessa de Groot kwamen nog drie sprekers aan het woord:

  • Saskia van Muiswinkel: over de gevolgen van verkeerd gebruik van kinderopvangtoeslag
  • Jaime Jorba Bos (Faircasso): over sociaal incasseren, de invloed van schulden op het gedrag van mensen, zeker als ze problemen hebben met de Belastingdienst
  • Linda Koetsveld over het voorschools maatschappelijk werk in Rotterdam

Lees het hele verslag van de LOP-bijeenkomst in de bijlage