Nieuwsbericht

Nieuw: de Kennis- en onderzoeksagenda voor het sociaal werk

29 september 2020 | 4 minuten lezen

Nu het sociaal werk breed erkend wordt als ‘cruciaal’, is de tijd rijp voor de Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk. Onafhankelijk projectleider Erna Hooghiemstra en Movisie-expert Mariël van Pelt beschrijven in een serie artikelen hoe momenteel deze agenda tot stand komt. De breed gedragen agenda vertrekt vanuit die maatschappelijke vraagstukken waarbij de inzet van sociaal werkers onmisbaar is en stelt de unieke kenmerken van sociaal werkers centraal. Waarom is deze agenda juist nu nodig? De agenda wordt mede mogelijk gemaakt door Sociaal Werk Nederland.

Sinds corona geldt het sociaal werk expliciet als een cruciaal beroep. Terecht. Sociaal werkers houden vol als contact maken niet gemakkelijk is. Zij dragen bij aan verbinding tussen tegenover elkaar staande of langs elkaar heen levende groepen in kwetsbare wijken. Zij signaleren tijdig wat het eerst nodig is voor mensen die met veel problemen tegelijkertijd te maken hebben en voorkomen daarmee veel leed en overbodige zorg. Zij begrijpen de dilemma’s van ‘hun’ jongeren of aan de rafelranden verkerende eenlingen als geen ander en kunnen daarom meer bereiken. Sociaal werk heeft meerwaarde, in crisistijden, maar ook daarbuiten.

Focus is nodig, de rugzak van sociaal werkers kan niet onbeperkt volgestopt worden

Afbakening van een ‘open’ beroep
Anders dan andere ‘cruciale beroepen’ zoals verplegers, artsen, schoonmakers, leraren en buschauffeurs zijn sociaal werkers een moeilijk te definiëren groep. Als je op een rij probeert te zetten hoeveel sociaal werkers er nu eigenlijk zijn in Nederland dan variëren de aantallen van 50.000 tot 350.000. En elk cijfer kent zijn eigen beperkingen. Experts in het domein komen ook niet tot een eensluidend oordeel wie nu wel en wie niet een sociaal werker is. Het helpt ook niet dat sociaal werkers in de praktijk onder allerlei functietitels werkzaam zijn en dat het gaat om een ‘open beroep’, dus dat iedereen zich zo kan noemen. Wat wel helpt om het beroep wat beter af te bakenen is dat de internationale definitie van het sociaal werk steeds meer in Nederland overgenomen wordt en ook dat de opleidingen voor sociaal werk in het hbo en het mbo tegenwoordig gemeenschappelijke uitgangspunten hanteren. Studenten die deze opleidingen hebben gevolgd, stappen de beroepswereld in als sociaal werker.

Internationale definitie sociaal werk
‘Sociaal werk is een op de praktijk gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert. Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve sociale verantwoordelijkheid en respect voor vormen van diversiteit staan centraal in het sociaal werk. Onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale- en menswetenschappen en inheemse of lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen.’

De bovenstaande definitie werd goedgekeurd door de algemene vergaderingen van de IFSW en de IASSW in juli 2014 en kan naar gelang de nationale en/of regionale situatie versterkt worden.

Hoe je het ook definieert: sociaal werk is geen eenvoudig vak. Het vraagt enorm veel om in deze complexe wereld in de frontlinie te werken. Want dat kenmerkt sociaal werkers nog wel het meest: zij blijven in contact met mensen bij wie de problemen niet snel - vaak nooit helemaal - overgaan en die overal tussen wal en schip vallen. Sociaal werkers hebben voor deze taak een zorgvuldig samengestelde rugzak nodig. Niet alleen om zelf overeind te blijven, maar ook om alles in huis te hebben om urgente maatschappelijke vraagstukken te helpen oplossen en van meerwaarde te zijn én blijven voor mensen die ondersteuning hard nodig hebben.

De agenda stelt de meest unieke kenmerken van sociaal werkers centraal

Nodig: coördinatie, prioritering en afstemming
De breedte van het sociaal werk is een kracht, maar ook een zwakte. Het biedt ongekende mogelijkheden voor verbinding. Tegelijk is er het risico van versnippering. Dit maakt het moeilijk om keuzes te maken als je het beroep met kennis wilt ondersteunen. Hoewel de kaders nu helder zijn, worstelen opleidingen met de vraag welke kennis er nu het meest toe doet en een plaats verdient op het curriculum. Werkgevers willen ook gerichter kunnen investeren in professionalisering van hun sociaal werkers. En professionals in het veld zitten met praktijkvragen, zonder goed zicht op de daarvoor benodigde kennis. Iedereen is het er over eens dat er niet zozeer gebrek is aan  op sociaal werk gerichte onderzoekers of kennisinstellingen  Wat wel ontbreekt zijn coördinatie, prioritering en afstemming. Andere beroepsgroepen hebben vaak een specifieke extern gefinancierde onderzoeksprogrammering, maar die ontbreekt bij het sociaal werk. Het risico bestaat daarom dat op meerdere plekken vergelijkbare kennis wordt ontwikkeld, zonder dat we dat van elkaar weten. En dat er anderzijds kennisgebieden onderbelicht blijven die juist van cruciaal belang zijn om sociaal werkers te ondersteunen. Focus is dus nodig. De rugzak van sociaal werkers kan niet onbeperkt volgestopt worden.

Een lang gekoesterde wens
Het is een al langer gekoesterde wens om te werken aan het versterken van de onderbouwing met kennis van het sociaal werk (zie publicaties als Meer van Waarde; Sociaal Werk op Solide basis). De tijd is rijp, nu de waarde van sociaal werk steeds breder erkend wordt. Het Ministerie van VWS ondersteunt het proces om te komen tot een gezamenlijk tot stand gebrachte en breed gedragen Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk. De agenda vertrekt vanuit die maatschappelijke vraagstukken waar de inzet van sociaal werkers onmisbaar voor is en stelt de meest unieke kenmerken van sociaal werkers centraal. Het geeft richting voor toekomstige keuzes in onderzoeksprogramma’s, verspreiding-, implementatie en professionaliseringsactiviteiten. De agenda kan ook vertaald worden in curricula van opleidingen. Met vereende krachten willen we ervoor zorgen dat sociaal werkers daar met kennis ondersteund worden waar zij het meest van waarde zijn. En als we het erover eens zijn voor welke vraagstukken sociaal werkers onmisbaar zijn en wat hun unieke kracht is, dan hebben we meteen iets in handen om dat vage vak meer smoel te geven.

Wat is de Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk?
Dit is het eerste artikel in een serie artikelen over de Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk. Door middel van een peiling zijn inmiddels al kennisvragen die bij sociaal werkers leven opgehaald en die de basis van de agenda zullen vormen. Op de agenda komen onderwerpen en vraagstukken die een extra investering in ontwikkeling, toepassing of verspreiding van kennis nodig hebben. Zo versterken we samen de (wetenschappelijke) onderbouwing van het sociaal werk.  De agenda brengt de bijdrage van het sociaal werk aan sociale vraagstukken in kaart en ook welke kennis daarvoor verder ontwikkeld of beter gebruikt en verspreid moet worden om die bijdrage te kunnen leveren. Tijdens ‘De Agenda van het Sociaal Werk 2020’ op 19 november a.s. verzorgen Erna Hooghiemstra en Mariël van Pelt een sessie over de Kennis- en onderzoeksagenda Sociaal Werk.

De ontwikkeling van de agenda komt tot stand door onder andere Movisie, BPSW, Sociaal Werk Nederland, Lectorenplatform Sociaal Werk, Werkplaatsen Sociaal Domein, Divosa, verschillende gemeenten, het ministerie van VWS, opleidingen voor Sociaal Werk, cliëntenvertegenwoordigers en Tranzo (academische werkplaats Sociaal Werk).