Interview Lex Staal: ‘De sociale basis maak je met elkaar'
De sociale basis is terug van nooit weggeweest. En daarmee óók de moeite om dit begrip concreet te maken. “Iedereen heeft er wel een beeld of gevoel bij, maar toch is een definitie moeilijk te geven”, aldus Lex Staal, directeur-bestuurder van Sociaal Werk Nederland, in een interview op de website van het Verwey-Jonker Instituut. In het artikel gaat Lex in op het recente onderzoeksrappport Leren, sturen en verantwoorden in de sociale basis van het instituut. Hierin staat geen in beton gegoten definitie van de sociale basis, maar wél hoe twaalf gemeenten de ‘sociale basis’ vormgeven samen met hun welzijnspartijen en inwoners. En wat de kansen en uitdagingen daarbij zijn vanuit lokaal beleidsperspectief.
Samen leren wat werkt
Om tot beter en realistischer beleid te komen, is het uitwerken van de onderliggende beleidstheorie op de sociale basis van belang. Zowel gemeenten als (welzijns)organisaties hebben hier een rol in. Hun samenwerking, en de continuïteit die daarvoor nodig is, maakt het mogelijk verder te komen in het samen leren over (wat werkt in) de sociale basis, en deze hiermee te versterken. In het onderzoek geeft het Verwey-Jonker Instituut hier adviezen voor, en wordt een gespreksmodel aangeboden dat helpend is in het samen voeren van het expliciete gesprek over de sociale basis.
De sociale basis versterken
Gemakkelijker dan omschrijven wat de sociale basis precies is, is zeggen wat het in elk geval niet is. Lex Staal: “Het is géén beleidsstuk. De (ambtelijke) neiging kan zijn om er een instrument van te maken om bijvoorbeeld te sturen op het temperen van de zorgkosten.” Het is ook niet zo dat de sociale basis er niet is als het niet goed gaat in de samenleving. Het is geen systeem waar je in of uit kunt vallen: de sociale basis ís er altijd, het hóórt bij de infrastructuur van Nederland. En sociaal werk maakt daar onderdeel vanuit en heeft een centrale rol om de sociale basis te versterken. Sinds de coronacrisis is daar volgens Lex Staal meer oog voor gekomen: “Toen wisten beleidsmakers van gemeenten, de VNG en de ministeries ineens precies in welke gaten het sociaal werk zou springen en wat er moest gebeuren. In het hele land heeft het sociaal werk bewezen creatief en flexibel te zijn. Sociaal werkers kennen de jongeren, ouderen en gezinnen die kwetsbaar zijn en extra aandacht en ondersteuning nodig hebben, en de aanjagers en actieve buurtbewoners met wie je in een buurt die steun vormgeeft.”
Een sociale infrastructuur ontwikkel je niet voor de duur van een projectje. Dat doen we ook niet met onze waterhuishouding en dijken.
Investeringen en continuïteit
In het interview pleit Lex voor investeringen in het sociaal werk en voor continuïteit in de samenwerking tussen gemeenten en sociaalwerkorganisaties. “Sociaal werk werkt met veel vrijwilligers en bewoners samen, maar vertrouwen opbouwen kost tijd en vraagt structurele investeringen in kwaliteit en vakmanschap. Het is de hoogste tijd dat voor ontmoetingsplekken en capaciteit aan sociaalwerkondersteuning die past bij de gezondheidsachterstand van een wijk, een passend budget komt. Mét ruimte voor innovatie en bedrijfsvoering.” Langdurige contracten helpen hierbij: “Ook een sociale infrastructuur ontwikkel je niet voor de duur van een projectje. Dat doen we ook niet met onze waterhuishouding en dijken.”
Lees het volledige interview op de website van het Verwey-Jonker Instituut.