Nieuwsbericht

Eigenwijs jongerenwerk boekt resultaten

Chris Bos
18 april 2019 | 4 minuten lezen

Meidenwerk is een relatief onderbelichte werksoort binnen het sociaal werk. Jammer, want het Nederlandse meidenwerk is een belangrijke steun voor meiden die het op eigen kracht niet helemaal redden. Daarom onderzoekt Maša Toplak voor Sociaal Werk Nederland wat in dat meidenwerk de belangrijkste succesfactoren zijn. Onlangs was ze daarvoor op bezoek bij Walhallab en werd er verrast door hun onorthodoxe aanpak. Dit is haar verslag:

Walhallab heeft een andere aanpak dan de meeste andere jongerenwerkorganisaties. Ze begonnen in Zutphen, maar werken nu ook in Arnhem en Groningen. Ik sprak met Marco Mout en Reiner Snel die Walhallab runnen.
Dat het geen gewone organisatie is merkte ik al zodra ik het gebouw binnenkwam. Het leek meer op een werkplaats waar men met uiteenlopende materialen bezig was. En het bijzondere was dat overal jongeren rondliepen en aan de machines stonden.
Bij nader inzien bleek dat de ruimte ook speciaal was ingericht voor jongeren; later hoorde ik dat ze betrokken waren geweest bij het ontwerp.
Er waren verschillende werkhoeken, onder meer eentje voor het werken met hout en eentje voor elektronica. Bovendien waren er een “chillhoek”, ook ontworpen door jongeren, en een keuken waar ze volgens henzelf de beste tosti’s van Nederland maken. Ik mocht er een proeven, en inderdaad: veel lekkerder heb ik ze niet gegeten sinds mijn aankomst in Nederland.

Liever zelfvoorzienend
Naast de werkplaats doet Walhallab een aantal projecten. Een daarvan is het vervangen van elektrische peertjes door ledverlichting op een school in Zutphen, waardoor de school veel energie en geld kan besparen. Alleen voor die projecten krijgen ze overheidssubsidie; voor de rest zijn ze zelfvoorzienend. Dat is een bewuste keuze, vertelt Marco Mout. ‘Zodra je overheidssteun krijgt moet je ook gemeentelijke doelen nastreven en dat zijn niet per se de doelen die wij willen bereiken. Daarom blijven we liever onafhankelijk en houden we vast aan onze filosofie.’
Al het materiaal dat ze gebruiken komt van donaties; dat ze een groot netwerk helpt daarbij.

Kundig en creatief
Alle jongeren onder de twintig zijn welkom. Ze kunnen meedoen aan de bestaande projecten of zelf iets opzetten. Marco: ‘We zijn Walhallab gestart omdat we erachter kwamen dat het huidige schoolsysteem creativiteit niet ontwikkelt of inspireert, integendeel.’
Veel bezoekers van Walhallab hebben problemen op school of gebrek aan motivatie; wat niet wil zeggen dat ze niet slim zijn of niet in staat tot bijzondere dingen. ‘Ons doel is juist om jongeren te laten ontdekken dat ze kundig en creatief zijn, en ze aan te sporen om hun eigen verstand te gebruiken. Dat betekent niet dat jongerenwerkers hen prijzen om alles wat ze doen; we geven ze een eerlijke mening en begeleiden ze. Het is aan de jongeren zelf om hun doel te bereiken, maar jongerenwerkers kunnen hen desgewenst bij helpen.’

Wars van etiketten
Jongerenwerkers benoemen niet uit zichzelf de eventuele problemen van de jongeren. Maar als ze er zelf over beginnen vinden ze een luisterend oor. ‘In die zin zijn we meer mentoren dan jongerenwerkers, iemand die je kunt vertrouwen en die je adviezen geeft.’
Walhallab werkt dus vanuit een ander perspectief; oplossingsgericht in plaats van probleemgericht. Het maakt niet uit of iemand moeilijkheden heeft op school of drugsverslaafd is; bij Walhallab zijn ze wars van de etiketten die de maatschappij maar al te graag plakt.
In de woorden van Marco: ‘We willen dat jongeren op de schouders van een reus gaan staan. Dat betekent dat ze een manier moeten vinden om daar te komen, ze moeten de ladder op. Die ladder moeten ze zelf maken of zien te vinden; jongerenwerkers helpen hen daarbij zodat ze zelf reuzen kunnen worden.’

Meidenwerk bestrijdt stereotypen
Extra bijzonder is hun meidenwerk. Walhallab moedigt meiden aan om te werken met machines en materialen waarvan ze nooit gedacht hadden dat ze er iets mee zouden kunnen. Meiden krijgen doorgaans immers vanuit de maatschappij te horen dat hout bewerken niets voor hen is; ook meiden zelf ontmoedigen elkaar daarin. Hoe fout die stereotypen kunnen zijn blijkt uit het voorbeeld van een twaalfjarig meisje dat besloot om houten beelden te maken. Ze is inmiddels een succesvol kunstenaar.

Specialiteit van het huis
Nadat ik een aantal van de fantastische werkstukken had bewonderd en na een snelle lunch ging ik met Marco mee om gedoneerd materiaal op te halen bij iemand die bezig was zijn sportschool te renoveren. Daarna sprak ik nog met diverse jongeren en medewerkers.
Geen van de medewerkers is professioneel jongerenwerker. Het zijn mensen met een speciale vaardigheid, van wie jongeren iets kunnen leren. Marco denkt niet dat iemand die is opgeleid in het sociaal domein daardoor per se beter is in het omgaan met jongeren. ‘Het gaat erom dat je een bepaalde specialiteit hebt en dat je bereid bent om die te delen met jongeren. En dat je gelooft in wat we hier in Walhallab doen.’

Alternatief of aanvulling
Vervolgens besloot ik me aan te sluiten bij jongeren die bezig waren een piepschuimmodel te maken van het menselijk lichaam. Ik was sceptisch omdat ik zoiets nog nooit had gedaan, maar een van de jongens zei direct “dat ik niet kon zeggen dat ik er slecht in was als ik het nog nooit had geprobeerd”.
De meeste van deze jongeren waren gestopt met school omdat ze Walhallab een beter alternatief vinden. ’s Middags komen er nog meer jongeren, hoorde ik; die gaan nog wel naar school, dus voor hen is Walhallab geen alternatief maar een aanvulling; een plek waar ze interessante dingen kunnen doen en creatief bezig kunnen zijn.

Positieve sfeer
Al met al was ik verrast door wat ik in Zutphen meemaakte. Ik was onder de indruk van wát ze er doen en hóé ze dat doen. Hun aanpak werkt dankzij hun positieve oplossingsgerichte insteek en zeker ook door de sfeer die ze in Walhallab hebben weten te creëren. Ik merkte dat het de stress onder jongeren verlichtte, omdat ze er niet verplicht heengaan of omdat ze problemen hebben, maar omdat ze andere dingen willen leren dan op school en misschien voor het eerst van hun leven uit eigen initiatief iets ondernemen en daardoor iets tot stand brengen.
Ik voelde me bovendien geaccepteerd als jongere; ik werd aangemoedigd om zelf ook iets te doen wat ik nooit eerder had gedaan, ook al was dat zeker niet de opzet van mijn bezoek.
Als aankomend professional in het jeugdwerk zag ik bovendien hoe belangrijk de persoonlijkheid van een jongerenwerker is; en de kracht van het vertrouwen dat jongeren in je kunnen hebben als jij in hén gelooft.
Ik denk dat veel jongerenwerkers en andere jeugdprofessionals iets kunnen leren van Walhallab; dat ze kunnen zien dat er andere methoden zijn en dat ze erdoor geïnspireerd kunnen worden om zelf ook nieuwe wegen te bewandelen in hun werk.