Kinderrechtentour: grote kloof tussen gelukkige en kwetsbare kinderen
De meeste kinderen in Nederland zijn positief over hun leven, maar de kloof met kinderen die opgroeien in een moeilijke situatie is groot. Deze kinderen beoordelen hun leven op alle vlakken negatiever, hebben weinig zekerheid en worden onvoldoende gezien en ondersteund. Dat concludeert Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer op basis van de resultaten van de Kinderrechtentour, die zij presenteerde op de Internationale Dag voor de Rechten van het Kind presenteert.
De Kinderombudsvrouw reisde begin oktober met de Kinderrechtentour door Nederland. Ze sprak met ruim tachtig kinderen en jongeren. Van jonge topsporters tot jongeren die op straat leven en van kinderen van veteranen tot jongeren die kampen met een eetstoornis. Ook hebben ruim 1.700 kinderen en jongeren een online vragenlijst over hun leven ingevuld. Wat gaat er goed in hun leven, wat zijn hun zorgen en wat vinden zij dat er moet veranderen in Nederland?
Grote verschillen in tevredenheid en geluk
Uit de analyse van bijna 1.000 vragenlijsten blijkt dat het met de meeste kinderen in Nederland goed gaat. Zij beoordelen hun leven met het rapportcijfer 7,7. Er is ook een groep kinderen waar het niet goed mee gaat. Tien procent van de kinderen geeft hun leven een zware onvoldoende, gemiddeld een 3,8. Kinderen die aangeven dat er thuis problemen zijn, beoordelen hun leven bijna twee punten lager dan kinderen die thuis geen problemen hebben (6,3 tegenover een 8). Dit geldt ook voor kinderen die met jeugdhulp te maken krijgen (6,4) en kinderen bij wie thuis weinig geld is (6,9).
Kinderen die opgroeien in een kwetsbare situatie zijn over alle aspecten in hun leven negatiever dan kinderen die geen bijzonderheden hebben. Vooral rond zekerheid en stabiliteit scoren zij laag. Ze voelen zich onzeker en maken zich zorgen over hun toekomst. Krijgen ze de hulp die ze nodig hebben, kunnen ze een opleiding volgen, wonen ze volgend jaar nog in hetzelfde huis? Ook missen ze hulp en steun op school en van volwassenen in hun omgeving en voelen zich vaker ongelijk behandeld. Hoe kinderen hun leven waarderen, hangt sterk samen met de mate waarin zij zekerheid ervaren.
Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer maakt zich zorgen om deze grote verschillen: 'We doen in Nederland veel goed, maar er zijn kinderen die we hopeloos in de kou laten staan. Die steeds weer tussen wal en schip belanden. We doen het dus niet goed genoeg.' Zie ook de berichtgeving van de NOS.
Samen op de bres tegen kindermishandeling
De Internationale Dag voor de Rechten van het Kind valt in de Week tegen kindermishandeling. Van 19 tot en met 25 november wordt met allerlei activiteiten voor deze groep kwetsbare kinderen extra aandacht gevraagd.
Om de aanpak van kindermishandeling in de onderwijssector te versterken, is de Beweging tegen Kindermishandeling (BTK) opgericht: een samenwerkingsverband van de onderwijsorganisaties PO-Raad en VO-raad, de Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS), de branchekoepels Brancheorganisatie Kinderopvang (BK), Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) en Sociaal Werk Nederland (SWN), en de ouderorganisaties BOinK en Ouders & Onderwijs.
Dit jaar staat de Week tegen kindermishandeling in het teken van het thema ‘ik maak het verschil’. Hierbij ligt de nadruk op voorbeeldgedrag en het beter delen van zorgen rondom kinderen. De achterliggende gedachte is dat je hiermee anderen aanmoedigt om zelf actie te ondernemen bij vermoedens van verwaarlozing, seksueel misbruik en/ of fysiek geweld bij kinderen.
Gevolgen huiselijk geweld ernstiger dan gedacht
Dat extra aandacht voor de aanpak van kindermishandeling nodig is blijkt ook uit een recent landelijk onderzoek naar kindermishandeling en partnergeweld van Verwey-Jonker Instituut. De gevolgen van huiselijk geweld voor kinderen zijn veel ernstiger dan gedacht. Ook is het geweld veel heftiger dan tot nu toe werd aangenomen. In gezinnen die zijn gemeld bij Veilig Thuis vindt veel en vaak langdurig geweld plaats. Een groot aantal kinderen krijgt daardoor traumatische klachten.
Uit de eerste resultaten blijkt dat in gezinnen die zijn gemeld bij Veilig Thuis veelvuldig geweld plaatsvindt: per gezin gemiddeld 71 geweldsincidenten voorafgaand aan de melding bij Veilig Thuis, per jaar. Dat is dus meer dan één keer per week. In bijna alle gezinnen speelt het geweld al ruim een jaar. Het gaat daarbij om partnergeweld en/of direct geweld tegen kinderen. In meer dan de helft van de gezinnen zijn de kinderen zowel getuige van het geweld tussen hun ouders als zelf slachtoffer van mishandeling of verwaarlozing.
- Bekijk ook dit item van het Jeugdjournaal: Jason werd als kind mishandeld door zijn vader en broer