Online congres ‘Doen wat werkt in het sociaal domein: leren van praktijkvoorbeelden’
Voorkomen is beter dan genezen, dat geldt zéker in het sociaal domein. Toch heeft preventie het imago tijdrovend, duur en bovenal niet meetbaar te zijn. Het online congres ‘Doen wat werkt in het sociaal domein: leren van praktijkvoorbeelden’ laat zien wat wél kan en dat preventie loont. Organisaties uit het hele land delen in zo’n 20 uitdagende aanpakken. Wil jij weten hoe andere gemeenten, zorg- en sociaalwerkorganisaties en professionals effectief aan maatschappelijke vraagstukken werken? En hoe professionals, leidinggevenden en bestuurders daarin samen optrekken? Meld je dan aan voor dit online congres op 10 november 2020 van 09.00 tot 12.30 uur. Aanmelden kan hier.
Bekijk hier de trailer:
Je maakt deze ochtend kennis met een aantal van de voorbeelden van preventieve interventies in het sociaal domein die ‘werken’. We zoomen in op mechanismen waarmee gemeenten kunnen sturen op preventie. Daarnaast is er extra aandacht voor de rol van jongeren in preventieve interventies. Tot slot komen de noodzaak tot samenwerken en de wijze waarop partijen dat kunnen doen binnen een preventieve aanpak aan de orde.
Deelnemen aan deze ochtend kan vanuit je eigen stoel thuis.
Rosanne van Kooten (r.vankooten@movisie.nl) om te kijken of er een uitzondering kan worden gemaakt middels een gereduceerd tarief.
De eerste editie van het congres ‘Doen wat werkt in het sociaal domein: leren van praktijkvoorbeelden’ vond ‘pre-corona’ plaats op 10 maart 2020 jl. in Zwolle. Lees meer over deze editie in dit e-magazine.
Pre-zine
Een deel van de praktijkvoorbeelden nemen live deel aan de sessies op het congres. De andere praktijkvoorbeelden leveren de komende periode een bijdrage aan een online magazine, het ‘pre-zine’ dat we een aantal weken voor aanvang van het congres onder de deelnemers verspreiden.
Via een link in het pre-zine kun jij als deelnemer vragen of onderwerpen indienen die je graag tijdens het panelgesprek op 10 november behandeld ziet. Het online magazine werkt als een online platform en is vóór, tijdens en na het congres de plek voor deelname, interactie en verslag. Zowel de input van de praktijkvoorbeelden als van de deelnemers vormen de basis voor de inhoud van het congres.
‘Doen wat werkt in het sociaal domein: leren van praktijkvoorbeelden’ is een unieke samenwerking tussen Divosa, ZonMw, Sociaal Werk Nederland, VNG en Movisie.
Programma
Het programma bestaat uit een plenair panelgesprek gevolgd door twee rondes waarbij je kunt kiezen uit twee sessies en een plenaire afsluiting.
09.00 – 09.15 uur | Welkom door dagvoorzitter Marianne van den Anker |
09.15 – 10.00 uur | Panelgesprek tussen:
|
10.00 – 10.10 uur | Pauze |
10.10 – 11.10 uur | Ronde 1 Keuze tussen de sessies (meer informatie over de sessie lees je onder het programma):
|
11.10 – 11.20 uur | Pauze |
11.20 – 12.20 uur | Ronde 2 Keuze tussen de sessies:
|
12.20 – 12.40 uur | Tijdens het laatste onderdeel van het congres reflecteren Janny Bakker-Klein, Ali Rabarison en Veronique Timmerhuis, respectievelijk de directeuren van Movisie, VNG en ZonMw op wat er in de ochtend is behandeld. Hoe kijken zij terug en wat zijn de stappen die we binnen het sociaal domein kunnen zetten? |
E-zine
Ongeveer twee weken na het congres ontvangen alle deelnemers het volledige e-zine. Het ‘pre-zine’ dat eerder is verspreid is dan aangevuld met de verslagen van de plenaire en deelsessies.
Ook de bijdragen, zoals filmpjes en presentaties van de twaalf praktijkvoorbeelden die een actieve bijdrage tijdens het online congres hadden, vind je hierin terug.
Inschrijven
Sessies
Elke sessie heeft een hoofdthema en een aantal praktijkvoorbeelden. Meer informatie over de praktijkvoorbeelden die in de sessies centraal staan, lees je in dit document.
Je kunt in elk van de twee rondes kiezen voor één van twee themasessies.
Ronde 1:
• Sessie ‘Betere interventies’
• Sessie ‘Betere sturing’
Ronde 2:
• Sessie ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’
• Sessie ‘Betere ketens’
Ronde 1.
• Sessie ‘Betere interventies’
Gemeenten en maatschappelijke organisaties investeren uiteraard het liefst in interventies die voorkomen dat situaties uit de hand lopen. Hierbij kiezen ze voor interventies waarvan ‘bewezen’ is dat ze werken. Maar wat maakt interventies ‘effectief’? Hoe bepaal je dat je doet wat werkt? Maak je dan alleen gebruik van interventies die wetenschappelijk zijn onderbouwd? Hoe voorkom je dat je andere interventies met veel potentie uitsluit?
Maak in deze sessie onder andere kennis met Join us, dat de onderliggende mechanismen die eenzaamheid veroorzaken aanpakt. Hiermee worden ernstige problemen zoals depressie, verslaving of suïcidegedachten voorkomen. Met bijdrage van Ad van Rijen, voorzitter adviescommissie Effectieve Interventies Movisie, bestuurslid Sociaal Werk Nederland en bestuurder WijZijn Traverse Groep.
Praktijkvoorbeelden in deze sessie:
1. Relatie APK: preventief werken om complexe scheidingen te voorkomen
2. Join us: een preventieve aanpak van eenzaamheid bij jongeren
• Sessie ‘Betere sturing’
Er zijn verschillende mogelijkheden waarmee gemeenten kunnen sturen op preventie. De eerste is om preventie te vertalen naar een adequaat stelsel van toegang, inkoop en monitoring van de benodigde zorg en ondersteuning. Een andere belangrijke sturingsmogelijkheid is het inrichten van een sociale infrastructuur, zowel formeel als informeel, die inwoners helpt bij belangrijke vraagstukken als schulden, armoede en eenzaamheid en bij medische beperkingen als autisme, dementie en verstandelijke beperking. Welke sturingsmogelijkheden zijn er nog meer? Op welke manier leren gemeenten van elkaar?
Tijdens deze sessie hoor je onder andere op welke manier de LEVgroep met een aantal gemeenten aan de slag is gegaan met effectmetingen van het sociaal werk. Met bijdrage van Rienk Janssens, strateeg sociaal domein van de VNG.
Praktijkvoorbeelden in deze sessie:
3. Buurtzorg Jong, Jongerenwerk en Buurtteam in de praktijk
4. Sociaal werk loont, maar hoe meet je het (besparend) effect?
5. Welzijn op Recept als brug tussen zorg en welzijn
Ronde 2.
• Sessie ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’
Als het gaat om preventief werken, zijn goede interventies, sturing en ketensamenwerking bij uitstek van belang in het jeugddomein. Jong geleerd is tenslotte oud gedaan. In deze sessie komen jongeren zelf aan het woord. Waar hebben zij het meeste baat bij?
Jongeren vertellen over het belang van rolmodellen, de ellende van schulden en hoe je eruit kunt komen en de weg uit de bajes naar de samenleving. De verhalen van de jongeren zijn onderdeel van onderstaande drie aanpakken uit de praktijk. Onder leiding van Bas Wijnen, leidinggevende vakgroep kwaliteit, beleid en monitoring bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) gaan de projectleiders in gesprek over wat er nodig is om deze aanpakken te organiseren. Wat vraagt het centraal stellen van jongeren zelf van professionals en van samenwerking binnen en buiten de eigen organisatie?
Praktijkvoorbeelden in deze sessie:
6. Young Leaders: positieve rolmodellen in kwetsbare wijken
7. Perspectief op een stabiele toekomst voor jongeren met schulden
8. Werkplaats JR 2.0 Op weg naar succes en herstel
• Sessie ‘Betere ketens’
Interventies die zijn gericht op preventief werken staan nooit op zichzelf, maar zijn altijd onderdeel van een breder netwerk van samenwerkingsrelaties. Dat netwerk bevordert bijvoorbeeld leefstijl, veiligheid of re-integratie door tijdig te signaleren, op- en af te schalen en samen te werken. Denk bijvoorbeeld aan een wijkteam, dat weer in contact staat met de eerstelijns hulpverlening en informele netwerken. Maar dat ook samenwerkt met organisaties die meer gespecialiseerde zorg en hulpverlening aanbieden. Het succes van een aanpak staat of valt met het goed weten te organiseren van deze ketens op lokaal niveau. Hoe en waar positioneren verschillende partijen zich in de keten? Welke competenties zijn hiervoor nodig en hoe stimuleer je dit als gemeente of zorgaanbieder?
In deze sessie leer je bijvoorbeeld hoe er in Zaanstad wordt samengewerkt aan een gezondere leefstijl van de inwoners. En hoe het Forsa! programma een integrale aanpak biedt bij de resocialisatie van (ex-)gedetineerde jongeren tussen de met een niet-westerse migratieachtergrond en een LVB. Met bijdrage Patrick Kenis, hoogleraar Public Governance, Tilburg University.
Praktijkvoorbeelden in deze sessie:
9. Met de Forsa! aanpak werken aan re-integratie van LVB-jongeren na detentie
10. Samen werken aan een gezondere leefstijl in Zaanstad
Hieronder volgt per praktijkvoorbeeld een inhoudelijke beschrijving.
RONDE 1, BETERE INTERVENTIES, met de volgende praktijkvoorbeelden:
1. Relatie APK: preventief werken om complexe scheidingen te voorkomen
(Complexe) scheidingen nemen toe, preventie op dit thema is belangrijk. Kwadraad Maatschappelijk Werk heeft dit jaar 60 medewerkers geschoold tot relatiecoaches. Ze voeren de Relatie APK uit binnen de gemeente waar ze werkzaam zijn. Relatie APK bestaat uit de training Houd me vast, Houd me vast voor ouders met jonge kinderen en Relatie spreekuur. De methode is evidence based, met de Universiteit van Amsterdam wordt Relatie APK verder onderzocht. Naast Relatie APK maak je in deze sessie ook kennis met het regiolab Scheiden zonder schade. Vraagstukken die in de sessie aan de orde komen zijn: hoe kun je gemeenten ervan overtuigen te investeren in relatiecoaches? Welke ervaringen zijn tot nu toe opgedaan en hoe borg je de kwaliteit?
Door Sanne te Stroete van Kwadraad.
2. Join us, een preventieve aanpak van eenzaamheid bij jongeren
Samen met welzijnsorganisaties en gemeenten pakt stichting Join us eenzaamheid bij jongeren effectief aan. Join us brengt jongeren samen en helpt hen de onderliggende mechanismen die eenzaamheid veroorzaken aan te pakken. Daarmee worden ernstige problemen zoals depressie, verslaving of suïcidegedachten voorkomen. De methodiek die Join us heeft ontwikkeld, is onderzocht door de Radboud Universiteit en wordt momenteel vastgelegd in de databank Effectieve sociale interventies van Movisie. Het Join us programma wordt toegepast door sociaalwerkorganisaties, waardoor het goed uit te breiden is naar meerdere gemeenten. Op dit moment is Join us actief op 15 locaties en in gesprek met meerdere nieuwe partners. In deze deelsessie wordt de methodiek van Join us toegelicht. We zoomen hierbij in op de effectieve samenwerking binnen het sociale domein om eenzame jongeren te activeren. Een van de organisaties deelt hierbij verhalen uit de praktijk.
Door Jolanda van Gerwe, oprichter van Join us
RONDE 1, BETERE STURING, met de volgende praktijkvoorbeelden:
3. Buurtzorg Jong, Jongerenwerk en Buurtteam in de praktijk
Daar waar de meeste gemeenten ervoor kozen om eerst aan de transitie te werken en de beschikbaarheid van de middelen te organiseren en vervolgens de transformatie te starten, heeft de gemeente Zaltbommel dit in één keer gedaan. De geest van de nieuwe Wmo en Jeugdwet is hierbij in ogenschouw genomen. De aanpak van Buurtzorg Jong richt zich op preventie, dicht bij de inwoners en passende tweedelijns ondersteuning. Buurtzorg Jong en Buurtteam hebben de vrijheid gekregen om inwoners naar eigen inzicht te ondersteunen. Dit betekent dat ze zo vaak als nodig bij de inwoners langs kunnen gaan om de hulpvraag te verkennen of te verhelpen. Doordat ze niet in dienst zijn bij de gemeente kunnen ze naast de inwoner gaan staan. De aanpak werkt, blijkt uit verschillende onderzoeken. Wat doet Buurtzorg anders dan andere wijkteams? En hoe werkt de samenwerking tussen gemeente en de teams? Hoe geef je vorm aan de relatie met de andere zorgaanbieders? Hoe houd je de verbinding, maar geef je de ruimte? En hoe blijf je uit de regelreflex?
Door Marco de Bont en Pauline van Dijk van de gemeente Zaltbommel.
4. Sociaal werk loont, maar hoe meet je het (besparend) effect?
In de regio Zuidoost-Brabant is welzijnsdienstverlener LEVgroep met een aantal gemeenten aan de slag met effectmetingen. De inzet van sociaal werk bespaart gemeente allerlei kosten, preventie loont. Maar hoe kan je aantonen dat een investering in sociaal werk zich ook daadwerkelijk terugbetaalt? Samen met het methodische bureau Good2Consult is hiervoor een goed hanteerbaar meetinstrument opgezet. Hierbij is gebruik gemaakt van de huidige beschikbare wetenschappelijke kennis en andere methoden die toegepast kunnen worden. De kern van het model is goed en systematisch kijken naar werkelijke cases. Door met de medewerker die de inwoner heeft begeleid een realistische duiding te laten maken van de mogelijke zorgkosten en hoe zijn of haar inzet deze heeft vermeden. Deze vermeden (zorg)kosten kunnen zo zichtbaar en meetbaar worden gemaakt. Tegelijkertijd worden de beroepskrachten zich bewuster van dit potentieel. In de gemeenten Deurne, Son&Breugel en Helmond is het instrument ingezet. In deze sessie vertellen betrokkenen uit deze gemeenten, het Good2Consult en de LEVgroep over de toepassing ervan.
Door o.a.Jasper Ragetlie, bestuurder van de LEVgroep.
5. Welzijn op Recept als brug tussen zorg en welzijn
Mensen met psychosociale problematiek hebben niet altijd medische of psychologische behandeling nodig. Met Welzijn op Recept (WoR) kan een huisarts een patiënt dan doorverwijzen naar een welzijnscoach binnen het sociale domein. Samen kijken ze welke activiteiten bijdragen aan het welbevinden van de patiënt om ergere klachten te voorkomen. Verschillende evaluaties onder patiënten, cliënten en professionals in Nederland en Engeland tonen aan dat WoR meerwaarde heeft voor zowel deelnemers als professionals. WoR wordt inmiddels in meer dan 80 gemeenten in Nederland uitgevoerd. In deze sessie hoor je vanuit de dagelijkse praktijk hoe WoR vorm krijgt in Nijmegen, Schiedam en landelijk. Welke rol heeft de gemeente, de eerstelijnszorg en het welzijnswerk bij het starten van een WoR-samenwerking en welke rol na verloop van tijd bij het doorontwikkelen en het borgen? Hoe ziet deze samenwerking tussen zorg, welzijn en gemeente eruit? En wat zijn concrete resultaten? En wat zijn de uitdagingen op de korte en langere termijn? Naast de do’s and don’ts is er ook voldoende tijd voor interactie.
Door Jan Joost Meijs van het landelijk kennisnetwerk Welzijn op Recept, Mirjam Schippers, beleidsadviseur bij de gemeente Schiedam en Fenna Hendriks, projectleider bij Bindkracht10.
RONDE 2: WIE DE JEUGD HEEFT, HEEFT DE TOEKOMST, met de volgende praktijkvoorbeelden:
6. Young Leaders: positieve rolmodellen in kwetsbare wijken
In deze sessie maak je kennis met Young Leaders, een pedagogisch activeringsprogramma voor jongeren uit sociaaleconomisch kwetsbare wijken en dorpen. Doel van het programma is jongeren te stimuleren in hun ontwikkeling tot zelfbewuste personen die verantwoordelijkheid nemen in hun buurt. Op basis van een praktijkexperiment in zeven gemeenten, blijkt dat jongeren die meedoen nieuwe competenties opbouwen, leren op zichzelf en hun toekomst te reflecteren en zich inzetten als positief rolmodel voor andere buurtjeugd. De resultaten bieden interessante aanknopingspunten voor de preventieve inzet van lokaal jeugdbeleid ten behoeve van de maatschappelijke integratie van jongeren uit kwetsbare wijken. Inmiddels is in 26 gemeenten ervaring opgedaan met het programma en zijn er ruim 600 jongeren als Young Leaders getraind. Evaluatieonderzoek wijst uit dat deelname aan het programma niet alleen de persoonlijke ontwikkeling van jongeren versterkt, maar hen ook leert hoe zij hun kwaliteiten kunnen benutten voor hun toekomst en voor de omgeving om hen heen. In deze sessie krijg je een inkijkje in het programma en de werkzame elementen en krijg je inzicht in de resultaten die worden bereikt.
Door Annelieke van Dijk, onderzoeker bij Noorda en Co en Kareem Wahby, jongerenwerker bij R-Newt
7. Perspectief op een stabiele toekomst voor jongeren met schulden
Het Jongeren Perspectief Fonds (JPF) van het Schuldenlab070 is een integrale aanpak om jongeren met problematische schulden op maat te helpen en ze weer perspectief te bieden op een stabiele toekomst. Veel jongeren met problematische schulden vallen in Nederland tussen wal en schip. Door de aard en hoogte van hun inkomen komen zij vaak niet in aanmerking voor een regulier schuldhulptraject. Dit geldt bijvoorbeeld voor jongeren die studeren. Bovendien is er binnen het reguliere schuldhulptraject niet altijd voldoende ruimte om de juiste (maatwerk)begeleiding aan deze jongeren te bieden. Met JPF worden jongeren schuldenzorgvrij en zullen zij als volwassenen financieel gezonder zijn.
Door o.a. Lieke Trum, teamhoofd klantbegeleiders JPF bij de gemeente Den Haag.
8. Werkplaats Jeugdreclassering 2.0. Op weg naar succes en herstel
Om jeugdigen die een delict hebben gepleegd effectief en betekenisvol te kunnen begeleiden, is een intensieve samenwerking tussen de straf-, jeugdhulp- en zorgketen nodig. Het project Werkplaats JR 2.0 dat het Expertisecentrum William Schrikker samen met de gemeenten Velsen en Haarlem is gestart, maakt dit mogelijk. Verschillende gemeentelijke ketenpartners nemen deel aan de negen werkplaatsbijeenkomsten. Deelnemers krijgen inzicht in de nieuwste wetenschappelijke inzichten over jeugdreclassering, kansrijke praktijkvoorbeelden worden besproken en jongeren en hun netwerk vertellen wat bij hen gewerkt heeft. Ook krijgen de deelnemers uitleg over de herschreven methodiek JR 2.0. Binnen de werkplaatsbijeenkomsten staat het thema ‘herstel’ centraal. De sessieleiders gaan in op de vormen van herstel en een jongere vertelt wat herstel voor hem gebracht heeft.
Door Alice Faber en Ruudje Kea. Beiden zijn adviseur bij het Expertisecentrum William Schrikker.
RONDE 2: BETERE KETENS, met de volgende praktijkvoorbeelden:
9. Met de Forsa! aanpak werken aan re-integratie van LVB-jongeren na detentie
Binnen de strafrechtsketen is sprake van een oververtegenwoordiging van mensen met een licht verstandelijke beperking. Het Forsa! programma van Bureau Maatschappelijk Herstel en Rehabilitatie biedt een integrale aanpak en intensieve begeleiding bij de resocialisatie van (ex-)gedetineerde jongeren tussen de 17 en 27 jaar met een niet-westerse migratieachtergrond en een LVB. De begeleiding wordt uitgevoerd door vrijwillige maatjes met dezelfde culturele achtergrond en vindt plaats gedurende drie tot zes maanden tijdens detentie, tot een jaar daarna. Bureau MHR heeft in samenwerking met het lectoraat van de Hogeschool Leiden onderzoek gedaan naar de obstakels waar de LVB-jongeren in het Forsa! traject dagelijks tegen aanlopen. Tijdens deze sessie worden de handvatten gepresenteerd die voortkomen uit de inzichten uit het onderzoek. Ook maak je kennis met een app die Bureau MHR heeft ontwikkeld om deze doelgroep effectiever te begeleiden.
Door Rachid Ben Meftah, coördinator Forsa! en Youssef Ouaicha, maatschappelijk werker. Beiden zijn werkzaam bij Bureau MHR.
10. Samen werken aan een gezondere leefstijl in Zaanstad
In Zaanstad worden sinds 2015 steeds meer kinderen met overgewicht of obesitas bereikt om te werken aan een gezondere leefstijl. In deze sessie hoor je hoe gezondheidsnetwerken bijdragen aan het bereiken van kwetsbare gezinnen. Professionals uit zorg (huisarts, diëtist, kinderarts), sport, welzijn en onderwijs en lokale partijen in de wijk kennen elkaar en hebben onderlinge verwijsafspraken gemaakt. De Centrale Zorgverlener vertelt hoe zij samen met ouders en kinderen een plan maakt om te werken aan een gezondere leefstijl. En welke rol zij vervult in de ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas. Door in te zoomen op de hele leefwereld van het gezin, zien we achterliggende oorzaken van een ongezonde leefstijl. Zoals armoede, meedoen, taalvaardigheid en veiligheid. In de sessie worden cijfers en ervaringen van de aanpak gedeeld die zijn opgehaald door monitoring van en kwalitatief onderzoek naar de aanpak.
Door Christine Eggenkamp-Vink, programmaregisseur JOGG-Zaanstad, gemeente Zaanstad en Mieke Schouten, jeugdverpleegkundige & Centrale Zorgverlener, GGD Zaanstreek-Waterland.