Nieuwsbericht
Resultaatgericht beschikken in Wmo 2015
18 april 2019 | 1 minuut lezen
Minister Hugo de Jonge (VWS) stuurde op 12 april de Tweede Kamer een brief over het resultaatgericht werken in de Wmo.
Resultaatgericht beschikken wordt onderdeel van de Wmo 2015. Dat kondigt minister De Jonge aan in zijn brief van 12 april aan de Tweede Kamer. Dit besluit komt na uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat gemeenten die beschikken op resultaat in de Wmo hun burgers onvoldoende rechtszekerheid bieden.
De minister roept gemeenten op om:
- in samenspraak met cliëntenraden en aanbieders een normenkader te ontwikkelen dat recht doet aan de lokale situatie. Als dit normenkader een plek heeft in gemeentelijke beleidsregels, wordt dit ook de basis voor de afspraken tussen de burger en de aanbieder over hoe een resultaat behaald wordt;
- helder aan te geven welke voorzieningen zij hebben (in de verordening) en hoe zij die voorzieningen beschikken (in het beleid): in resultaat of in uren;
- duidelijk te zijn in wie burgers kunnen aanspreken wanneer zij het niet eens zijn met de invulling van de beschikking, het resultaat niet behaald wordt of de kwaliteit onvoldoende is.
Lees hier wat Divosa hiervan vindt, en hier wat de VNG gaat doen.
Zie ook
- Brief: Resultaatgericht werken in de Wmo 2015 (Tweede Kamer, april 2019)
- Wmo: resultaatgericht werken mét waarborgen rechtszekerheid (VNG, april 2019)