Nieuwsbericht

De komende 4 jaar aan de slag met gezondheid in de minder kansrijke buurten

27 mei 2020 | 4 minuten lezen

Staatssecretaris Blokhuis stuurde de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid (LNG) 2020-2024 getiteld "Gezondheid Breed op de Agenda' aan de Tweede Kamer. Blokhuis focust – zoals de WRR ook adviseert – niet meer op de verschillen in gezondheid, maar op het behalen van gezondheidswinst bij mensen met gezondheidsachterstanden.

Zorg + Welzijn vroeg Lex Staal om een reactie. Lees hier het artikel: 
Sociaal gezond en geestelijk fit zijn, dat is dé manier om ervoor te zorgen dat mensen niet in de problemen komen. Preventief beleid heet dat in overheids- en gemeentetermen. Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten hebben daarover gezamenlijke afspraken gemaakt in de nieuwe Landelijke Nota Gezondheidsbeleid 2020-2024.
Lex Staal, directeur van Sociaal Werk Nederland, benadrukt dat ‘de professionals in de wijk, dicht bij de mensen, de motor zijn om burgers te stimuleren tot gezond gedrag. Dat gaat niet vanzelf.’

Extra bezuinigingen
‘In de wijk zien we de echte kansen voor verbetering van de gezondheid van mensen’, zegt Lex Staal. ‘Er wordt gesport via bewegingscoaches, aan eenzaamheid van ouderen wordt gewerkt en er is aandacht voor jongeren die anders gaan lanterfanten. Om maar enkele voorbeelden te noemen.'

De vraag is hoe de plannen in deze gezondheidsnota zich verhouden met de bezuinigingen die op gemeenten af komen. 
Lex Staal: 'Ik hoorde in Eén Vandaag dat Jan van Zanen, voorzitter van de VNG, waarschuwde dat de financiële problemen van gemeenten door de coronacrisis extra bezuinigingen betekenen. Volgens hem zou dat ook het sociaal domein zwaar treffen. Wij hebben half maart afgesproken met de gemeenten om in deze coronatijd te doen wat nodig is en achteraf te kijken naar de financiering. Wat heeft het voor zin als gemeenten zeggen preventiebeleid te voeren om de gezondheid van mensen te verbeteren, maar je gaat vervolgens bezuinigen op de sector die het moet gaan doen?’

Preventiebeleid
Gezondheid levert winst op, zegt Lex Staal, sociale en geestelijk fitte mensen staan krachtiger in het leven en hebben minder zorg en begeleiding nodig. Daar in investeren levert juist geld op. Sociaal werkers in de wijk spelen daarin een belangrijke rol. Deze landelijke nota is een eerste stap, die moet concreet uitgewerkt worden. Dan is het nodig dat gemeenten zich bewust zijn van het belang van preventiebeleid. En dat je dat kunt koppelen aan vraagstukken die nu actueel zijn, bijvoorbeeld aan jongeren die nu niets kunnen en mogen, aan ouderen die geen bezoek meer krijgen.’

Sportdingetje
Elke aandacht voor preventief beleid is winst, meent Staal, dus is deze nota Gezondheidsbeleid een eerste stap. ‘Op dit moment gaat de aandacht nog steeds vooral uit naar de behandeling, de cure, van problemen. Gezondheidsbeleid is niet alleen een sportdingetje; zo van: je zet een bewegingscoach in en dan worden we gezonder. Als je de gezondheid van burgers in de minder kansrijke buurten wilt verbeteren, dan moet je reële kansen ontwikkelen. Dan moet je ook verder kijken naar bijvoorbeeld het tegengaan van armoede, het tegengaan van eenzaamheid en verbetering van de leefomgeving van mensen.’

Gezondheidsvraagstukken
In de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid 2020-2024 worden vier gezondheidsvraagstukken uitgewerkt waar gemeenten de komende jaren mee aan de slag gaan:
- het verbeteren van gezondheid in de fysieke en sociale leefomgeving
- het verminderen van gezondheidsachterstanden van burgers
- minder druk op het dagelijks leven van jeugd en jongvolwassenen
-  concrete bijdragen aan vitaal ouder worden

Twee ambities
In dat licht is de LNG geschreven en zijn voor het verminderen van gezondheidsachterstanden twee ambities geformuleerd, die kansen bieden aen het sociaal werk om hierin positie te nemen:

Ambitie 1: In 2024 is gezondheid een vast onderdeel van de belangenafweging in ruimtelijk beleid. De Omgevingswet, de Wpg en programma’s zoals het Nationaal Preventieakkoord en het Nationaal Sportakkoord bieden ruime mogelijkheden om gezondheidsbevordering en -bescherming op landelijk en lokaal niveau mee te wegen bij ruimtelijke ontwikkelingen.Ambitie 2: In 2024 creëren we bij landelijke en decentrale beleidsontwikkeling meer verbinding tussen het fysieke en het sociale beleidsdomein. 
Samenwerking tussen het fysiek en het sociaal domein is nog niet vanzelfsprekend. Dat geldt niet alleen op gemeentelijk en provinciaal niveau, maar ook op het niveau van het Rijk.

Beide domeinen hebben elkaar veel te bieden: het fysiek domein heeft de instrumenten in handen om de fysieke leefomgeving gezond in te richten. Het sociaal domein kan het fysiek domein helpen met het vormgeven van het participatieproces dat onderdeel is van de Omgevingswet, bijvoorbeeld door inwoners te betrekken bij de planvorming, het gesprek aan te gaan over hoe een gezonde omgeving eruit ziet en via hen kennis te verspreiden.
Zorgprofessionals, welzijnswerkers en buurtsportcoaches werken namelijk al vaak in (kwetsbare) wijken en hebben veel contact met de mensen die daar wonen. Hun expertise kan helpen om de behoeften van inwoners op het gebied van de fysieke leefomgeving in kaart te brengen.

Wederkerige samenwerking tussen het fysieke en het sociale beleidsdomein 
Om onze ambities op het gebied van gezondheid en leefomgeving waar te maken, is een wederkerige samenwerking tussen het fysieke en het sociale beleidsdomein nodig, op zowel landelijk als lokaal niveau. In een dergelijke samenwerking maken we gebruik van elkaars kennis en expertise, werken we samen met inwoners, nemen we schotten weg en werken bestuurders en professionals uit de twee domeinen samen.