Nieuwsbericht

Jongerenwerk anno corona: sociale media als vindplaats voor hulpvragen

Chris Bos
1 april 2020 | 5 minuten lezen

Mirte Romanillos is als organisatieregisseur verbonden aan het jongerenwerk van Compass in Uden, de plaats in Brabant die sinds een paar weken vooral bekend staat als de Nederlandse brandhaard van COVID-19. ‘En ik zie hier nog geen afvlakking, de traumaheli komt nog tig keer per dag over. Je wordt continu geconfronteerd met de ernst van de crisis. En iedereen beseft dat, ook jongeren. Iedereen kent wel iemand die een familielid heeft verloren.’

En hoewel Compass geen pasklaar antwoord had op de vraag hoe het jongerenwerk juist in deze tijd jongeren kan ondersteunen, is ze tevreden over de aanpak tot nu toe. Mirte Romanillos: ‘Van de ene op de andere dag moesten we een nieuwe werkwijze uitvinden. Het is meer dan ooit pionieren.’

Hoe hebben jullie dat aangepakt?
Meteen nadat ons jongerencentrum dicht moest zijn we begonnen met challenges via Instagram en Snapchat. “Maak een foto van een gezonde lunch, dan kun je een prijsje winnen.” Maar dat is meer bezighouden; het aanbod daaraan is al zo groot dat ze dat niet per se bij ons hoeven te doen. Vervolgens hebben we een “discord-server” gelanceerd voor Udense jongeren. Discord wordt vooral gebruikt door gamers, je kunt er ook een scherm delen. Maar je kunt het ook als chatroom gebruiken. Udense jongeren kunnen zich eenvoudig aanmelden en naar hartenlust met elkaar chatten; ook met jongeren die ze nog niet kenden. Zo houden ze contact met elkaar en met ons. Een virtueel jongerencentrum dus.

Wat is jullie rol daarin?
‘Tot nu toe gaat het allemaal heel netjes en respectvol. Maar we monitoren het wel. Je kunt alles teruglezen, dus opmerkingen die ons opvallen kunnen ertoe leiden dat een jongerenwerker iemand apart benadert. “Wat speelt er bij jou? Wat houdt je bezig? En dat kan leiden tot een korte babbel of een gesprek van twee uur.
Maar we kijken ook breder en proactief waar jongeren nu online uithangen en daar zoeken we ze op. Daarmee heb je een vindplaats voor mogelijke hulpvragen. Als iemand voor de vijfde  keer op een dag een foto met een joint deelt is dat voor ons een signaal. Dat deden we voorheen ook al op Instagram en Snapchat, maar de Discord-server is een mooie uitbreiding van ons repertoire.’

Sneeuwbaleffect
‘Toch bereiken we nog veel jongeren niet. Voor veel jongeren is dat ook niet erg, die hebben een goede thuisbasis, die redden zich wel. Maar als jongeren thuis in de knel zitten signaleren we dat nu veel minder snel.
Van sommige jongeren weten we dat ze tot de risicogroep horen en voor hen zijn we een belronde gestart. Een collega die een dagboek wil maken over jongeren in de coronacrisis is begonnen aan een serie interviews. Met als slotvraag: ken jij nog iemand die het leuk zou zouden vinden als we zouden bellen?” Ze heeft dagen zitten bellen. Dat was heel leuk en vooral nuttig, en zorgde voor een sneeuwbaleffect.
Dus dat is een nieuwe manier om in contact te komen met gezinnen waar de spanningen oplopen. Maar het blijft wel lastig dat je vaak niet de oude vertrouwde oplossing kunt bieden, zoals bijvoorbeeld de jongere iets buitenshuis bieden, zodat hij – en zijn omgeving - even een time out heeft.’

Hoe houden jullie de samenwerking met andere professionals overeind?
‘Het is momenteel moeilijk om probleemgevallen onder de aandacht te krijgen van bijvoorbeeld de ggz. Niet onmogelijk, maar het vergt meer energie, vooral omdat je soms minder feiten hebt om de ernst van een probleemsituatie te onderstrepen. Je ziet jongeren niet live, je ziet geen kind met een blauw oog. Daar maar ik me wel zorgen om. Gewoonlijk zie je ze op school, op straat en in het jongerencentrum. Nu alleen via de telefoon of via beeldbellen. Heel veel van wat wij doen berust op intuïtie en dat werkt face tot face toch beter dan digitaal.’

Leidt het wel tot bevredigende gesprekken?
‘Geluk bestaat volgens ons uit vijf pijlers: plezier beleven, eigen keuzes maken, onderdeel zijn van een sociaal systeem, iets bijdragen aan de samenleving en leren waar je kracht ligt. Daar kun je op veel verschillende manieren aan werken. Wij geloven dat “Alles wat je aandacht geeft groeit.” En ja, op zich helpt een telefoontje wel. Sommige angsten kun je relativeren, andere juist bevestigen, want sommige angsten zijn realistisch. Maar onlangs was er iemand die de supermarkt niet durfde te bellen voor een baantje “want die zijn al zo druk”. Ja, juist daarom, die zitten te springen om mensen! Daar kun je jongeren wel in sturen.’

En jullie ambulante werk?
‘Dat is een hot issue. In buurgemeenten gaan jongerenwerkers nog elke dag de straat op. Wij niet, onder meer vanwege de veiligheid van onze medewerkers, maar vooral omdat jongeren niet meer niet meer in groepen mogen chillen, dan riskeren ze een boete. Dit hebben we ook afgestemd met boa’s en de politie. Maar we krijgen wel hun verslagen bij opvallende situaties. “We hebben die en die op straat gezien en een verbaal uitgedeeld, of dit en dit viel ons op bij die en die.” Dan zorgen wij ervoor dat we in contact met die jongere komen, om te zien wat er eventueel nog meer speelt en om te kijken of we iets kunnen bijdragen, op welke manier dan ook.’

Onderbuikgevoel
‘Wat betreft eenzaamheid onder jongeren: we doen mee aan Join Us, maar ook die groepen mogen natuurlijk niet meer bij elkaar komen. Daarom hebben we speciaal voor de deelnemers een appgroep en een besloten Discord-server gemaakt en op die manier proberen we ze erbij te houden. We moedigen hen aan elkaar positieve foto’s te sturen als tegenwicht voor al het negatieve nieuws in de media. Want dat beïnvloedt je brein ook negatief. We laten zien dat het ondertussen lente is en dat er ook leuke dingen gebeuren. De nadruk ligt op onderling contact houden.’

Al met al: hebben jullie nu een andere rol dan voorheen?
‘Nee, we hebben dezelfde rol, we staan in dezelfde relatie tot de jongere als eerder, maar de manier van contact is echt anders. Nogmaals: 80% van ons werk doen we vanuit een onderbuikgevoel en dat is nu uitgeschakeld. Nu moeten we harder trekken om te achterhalen welke diepere hulpvraag er achter iemands vraag of gedrag zit.
Bij ‘grote issues’ is onze boodschap vaak: we helpen je om het tot het einde van de crisis uit te zingen. Bijvoorbeeld voor een jonge transgender die twijfelt om van jongen naar meisje te transformeren. Die kan momenteel moeilijk ergens terecht, dat is geen crisissituatie. Terwijl het voor zo’n jongere wél heel actueel is.’

Hebben jullie methoden ontdekt die ook post-corona bruikbaar lijken?
‘Het is nog te vroeg om daar steekhoudende uitspraken over te doen. Maar ik denk dat we misschien nog eens moeten nadenken over het effect van ons ambulante werk in verhouding tot de inzet. Ik merk dat we nu ontzettend diepe relaties opbouwen met sommige jongeren terwijl we geen voet meer op straat zetten. We missen de jeugd wel! Elkaar zien is gewoon écht heel erg belangrijk.’

En hoe zie je de positie van het jongerenwerk in Uden, nu en straks?
‘De gemeente is blij met wat we doen. De burgemeester noemde ons zelfs in zijn wekelijkse column in de krant. Anderzijds zie ik een parallel proces ontstaan. Er zijn nu overlegstructuren ontstaan waar we niet bij betrokken zijn; alle aandacht gaat naar de spoedzorg. Op zich terecht, maar ook wij zouden op dat vlak best iets kunnen uitrichten, zeker in de ondersteuning van getroffen gezinnen. Dat is echt wel een aandachtspuntje. Maar overall ben ik heel tevreden over onze flexibiliteit en onze nieuwe aanpakken.’