Interview: Gönül Güler en Sheila Bijtenhoorn van Welschap Welzijn over aanpak coronacrisis
Als sociaal werkers moeten we nu heel flexibel en creatief inspringen
‘Veel mensen zijn bang voor het virus en hebben behoefte aan een luisterend oor,’ zegt Gönül Güler, sociaal werker bij WelschapSocius in Heemskerk. ‘Ze weten niet altijd waar ze met vragen terecht kunnen,’ vult haar collega Sheila Bijtenhoorn aan. ‘Ze denken: hoe moet het als ik ziek wordt? Ze hebben veel last van het lijden dat ze vrezen. Alles is anders in deze coronacrisis, als sociaal werkers moeten we nu heel flexibel en creatief inspringen op de huidige situatie.’
Online potje schaken
Door coronacrisis is er nu geen "Huiskamer op straat" meer. Maar op de website BUUV 'brengen we vraag en aanbod van vrijwilligers bij elkaar en hebben we nu een speciale coronapagina aangemaakt,’ zegt Gönül Güler. ‘Op die manier matchen we mensen die boodschappen voor elkaar doen, een hondje uitlaten of online een potje gaan schaken.’
Gewoonlijk werkt zij ambulant in de wijken. ‘Mijn belangrijkste taak is: verbindingen leggen tussen mensen in de wijk. Bewoners helpen hun wijk te verbeteren. En mensen helpen zodat zij zichzelf en anderen kunnen helpen. Voordat de maatregelen rondom het Corona virus van kracht waren, zat ik is samen met een vrijwilliger elke week op een bankje in de wijk in onze “Huiskamer op straat”. Bewoners konden gezellig aanschuiven voor een gesprek met een bakkie koffie of thee en iets lekkers er bij.
Zo hoorden we van alles over wat er leeft in de buurt en bij de mensen. Helaas hebben we nu onze huiskamerdeur ook moeten sluiten. We vinden nu andere manieren om de contacten te houden en daar waar nodig mee te denken over vragen van de bewoners. Manieren waarbij we de veilige anderhalve meter afstand kunnen bewaken. Zoals op de fiets door de wijk of per mail.'
'In gewone tijden houd ik me ook bezig met groepsactiviteiten. Ik begeleid bijvoorbeeld een lotgenotengroep van mensen met niet aangeboren hersenletsel. En ik heb ouderenwerk in mijn pakket. Mensen moeten elkaar kunnen ontmoeten: zo bouwen ze aan hun netwerk in de buurt en verminder je eenzaamheid. Daarom organiseren we in ons wijkcentrum activiteiten wara deze bewoners zich goed bij voelen, zoals biljarten, kaarten, kienen en dergelijke.
Via “Alleen is maar alleen” kunnen inwoners anderen ontmoeten om samen andersoortige activiteiten te ondernemen, zoals samen fietsen, wandelen en theaters of musea bezoeken. Maar dat ligt nu allemaal stil. Dus houd ik me nu vooral bezig met het matchen van vraag en aanbod van onderlinge hulp.’
Aanbod aanbieders afstemmen, hulp coördineren
Daarnaast is Güler bezig met afstemming en coördinatie tussen verschillende organisaties die een aanbod voor ouderen hebben. ‘Al deze organisaties hebben de deuren moeten sluiten en alle activiteiten stop gezet,’ legt Güler uit. ‘Iedereen probeert nu op zijn eigen creatieve manier toch iets te betekenen voor de eigen oudere doelgroep. Wij zorgn dat we in beeld krijgen wie wat doet, zodat we gebruik kunnen maken van elkaars kwaliteiten en er gene mensen buiten de boot vallen.’
Een voorbeeld van zo’n samenwerkingspartner is ontmoetingscentrum De Stut, waar vrijwilligers normaal gesproken een uitgebreid cursusaanbod organiseren, maar dat nu gesloten is vanwege de coronacrisis. Op de homepage van De Stut lezen we dat mensen die behoefte hebben aan een luisterend oor, gebruik kunnen maken van een speciale telefoonlijn van de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen.
‘Ook de dagbesteding “Goed voor Elkaar” is gesloten, evenals “Handen Ineen”, waar ouderen gewoonlijk terecht kunnen voor allerlei cursussen,’ vertelt Güler. ‘Humanitas heeft eveneens een aanbod voor ouderen.
Alles is dicht, maar er worden weldegelijk activiteiten en telefooncirkels georganiseerd. Zo hoorde ik dat mensen bij “Goed voor Elkaar” ansichtkaarten maken, die naar vaste bezoekers worden gestuurd. We zijn bezig met het maken van een besloten facebookpagina, waarop verschillende organisaties plaatsen wat zij nu voor ouderen doen, zodat we goed op elkaar kunnen afstemmen en kunnen zien waar gaten zijn.’
Speelgoed ingezameld
Sheila Bijtenhoorn zet zich gewoonlijk in voor onder meer trajectbegeleiding in het kader van sociale activering, en voor Welzijn op Recept.
Sheila: ‘Alles is anders in deze coronacrisis, als sociaal werkers zijn we flexibel en spelen we creatief in op de huidige situatie,’ legt zij uit. ‘Ik ken veel gezinnen die tot de minima behoren. Veel alleenstaande moeders, waaronder vrouwen die bijvoorbeeld uit een opvang van “Blijf van mijn lijf” komen en nu op zichzelf wonen. En statushouders die een nieuwe start maken.'
'Soms hebben ze vier of vijf kinderen en wonen ze in krappe flatjes. Dat knelt aan alle kanten. Deze gezinnen hebben vaka ook niet veel speelgoed voor hun kinderen. Via facebook heb ik spel- en knutselmateriaal verzameld. Op een afgesproken plek konden buurtbewoners die spullen afleveren en bij het in ontvangst nemen hield ik gepast afstand. Veel mensen kwamen speelgoed brengen. Ook hebben we spullen afgehaald bij de mensen. Ze willen graag helpen. Dat geeft hen een goed gevoel.
En het moment van uitdelen van het speelgoed aan de gezinnen, gebruik ik dan natuurlijk als signaleringsmoment. Ik heb gevraagd hoe het met hen ging, en heb sommigen verwezen naar hulpverleners of BUUV. En ze weten dat ik het mee als ik dan zeg: bel me als er iets is! We zijn regelmatig ambulant en dus heal zichtbaar in de wijk aanwezig; we organiseren activiteiten met de bewoners zoals buurtbakkies.
Omdat we altijd al flink actief zijn op social media kennen we veel mensen en is de drempel om een hulpvraag te stellen laag. Vanuit ons eigen netwerk van vrijwilligers, deelnemers, cliënten en bewoners, maar ook via netwerkorganisaties kennen wij veel kwetsbaren en zijn wij nu nog meer alert op deze bewoners als we ambulant gaan. De uitdaging is om ook de niet bekende kwetsbaren te vinden en te voorzien van informatie. Hiervoor is de flyer een handig intrument.’ Bijtenhoorn gaat nu meer fietsend de wijk in. Als sociaal werker is ze duidelijk herkenbaar aan haar blauwe bedrijfskleding. ‘Dat is nu extra handig, want zo ben ik goed herkenbaar,’ legt ze uit. ‘En die fiets kan ik tussen mezelf en buurtbewoners plaatsen. Dan houd je makkelijker anderhalve meter afstand.’
Noaberschap gaat nu vanzelf
Sinds 24 maart zijn de voorzorgsmaatregels veel strenger en wordt het steeds moeilijker voor inwoners om elkaar te ontmoeten. ‘Wij werden gebeld door iemand uit het oosten van het land die vroeg of wij er voor konden zorgen dat hun zwager bezoek krijgt,’ vertelt Güler. ‘Dat is een man van 90 jaar oud wiens zoon onlangs is overleden. Een van onze vrijwilligers, die gewoonlijk busreisjes voor ouderen organiseert, heeft dat nu opgepakt.’
Ook Bijtenhoorn ziet mooie initiatieven. ‘De Voedselbank is nu gesloten, maar een restaurant biedt klanten van de Voedselbank twee warme maaltijden per week aan. Mijn rol hierin was deze partijen aan elkaar te koppelen. Volgende actie is ondersteuning bieden aan de Voedselbank bij het opzetten van een geldinzamelingscatie om boodschappenbonnen aan te kunnen bieden aan de klanten. Gisteren appte een bewoonster mij dat zij via een openstaand slaapkamerraam voorleest voor een buurjongen. Deze bewoonster wil ook een verjaardagsservice voor ouderen opzetten, tegenover het raam van zo’n jarige slingers ophangen en dan feliciteren.
Een plaatselijk chantykoor gaf buiten, vóór een verpleeghuis, een concert. We zien dat inwoners naar elkaar omkijken. Gewoonlijk hebben we het allemaal druk, maar nu we door de coronacrisis meer tijd hebben, krijgen we vanzelf meer oog voor onze medemens. In tijden van nood gaat noaberschap blijkbaar vanzelf!’
Auteur: Kees Neefjes Beleidssecretaris Verdiwel