Buurtspeeltuinen dreigen massaal om te vallen
In 1902 werd in Amsterdam de eerste speeltuin opgericht. Tegenwoordig bestaan er zeker 600 door vrijwilligers beheerde speeltuinen. Speeltuinen met miljoenen bezoekers per jaar, van kinderen tot ouders en grootouders. Waar meer dan 11.000 vrijwilligers actief zijn. Maar als we niet oppassen, gaat een aantal van deze maatschappelijke parels de coronacrisis niet overleven.
Uit recent onderzoek van NUSO, de belangenbehartiger voor de branche, blijkt dat 94 procent van de speeltuinen waarvoor vrijwilligers zich inzetten, inkomsten misloopt als gevolg van de coronamaatregelen. Meer dan de helft zegt zelfs het mislopen van inkomsten niet zelf te kunnen dragen. Met andere woorden: zonder hulp vanuit bijvoorbeeld de overheid vallen deze speeltuinen financieel gezien om. Nu al zegt 5 procent dat faillissement dreigt. Dat schrijft Dave Ensberg-Kleijkers, directeur -bestuurder van Jantje Beton en NUSO in Gemeente.nu.
Niet te springen
Sommige gemeenten zijn bereid om deze speeltuinen te helpen, vooral door dit jaar soepeler met subsidievoorwaarden om te gaan. Maar elk van de 355 gemeenten gaat daar verschillend mee om, en in de meeste gevallen hebben ze nu ‘andere prioriteiten’. De rijksoverheid staat ook niet te springen om speeltuinen de helpende hand te bieden. Ook niet nadat is gebleken dat organisaties voor kindervakanties, scoutingclubs, kinderboerderijen en andere jeugd- en jongerenorganisaties met vergelijkbare financiële problemen kampen.
Het hele artikel vindt u hier.
En: hierbij ook een antwoord op de oproep van premier Rutte: voorkom de sluiting van deze buurtvoorzieningen waar kinderen gemengd samen spelen, en die juist de kinderen en jongeren die weinig geld hebben enorme meerwaarde bieden!