Nieuwsbericht

Wat we doen rond ouderen? Heb je even?

Chris Bos
3 juli 2018 | 4 minuten lezen

‘Bijna wekelijks krijgen we een verzoek om mee te praten. Vergeleken met een jaar of vijf geleden is dat een gigantische omslag. Hoe dat komt? Er is een alarmbel afgegaan, want de gevolgen van de vergrijzing worden steeds merkbaarder. Dankzij Machteld Huber en haar begrip “positieve gezondheid” én dankzij actieve senioren zelf groeit bovendien ook bij zorgpartijen het besef dat de vergrijzing opvangen meer is dan medische zorg leveren. Veel ouderen gaat het vooral om hun kwaliteit van leven: ook in hun laatste levensfase willen ze nog van betekenis zijn voor hun directe omgeving én voor de samenleving. En daarvan heeft sociaal werk van oudsher meer verstand dan de zorg.’

Naast bestuurssecretaris is Nienke Kuyvenhoven bij Sociaal Werk Nederland gedurende 8 uur per week beleidsadviseur voor de thema’s Gezondheid en Ouderen. In die hoedanigheid is ze nauw betrokken bij de omslag in het denken en doen rond wat ooit “een verzorgde oude dag” heette. Ook andere leden van de commissie Ouderen van Sociaal Werk Nederland schuiven steeds vaker aan bij landelijke trajecten. Nienke Kuyvenhoven: ‘Recent kregen we van Vilans bijvoorbeeld het verzoek om mee te praten over de herziening van de Richtlijnen voor Dementiezorg, Omgaan met Levensvragen en de handreiking Vroegsignalering kwetsbare ouderen. Dat waren zorginstrumenten die nu een veel bredere invulling krijgen. Namens de Ouderencommissie leveren respectievelijk Sabina Rollema (Welzijn Ridderkerk) en Albert Rechterschot (Pluspunt Zandvoort) daaraan een bijdrage.’

Interessante gesprekspartner
Een van de bronnen voor de stroom nieuwe inzichten rond vitaal ouder worden is het consortium BeterOud. Nienke Kuyvenhoven: ‘Dat draait al een tijdje. Eerst als uitvloeisel van het NPO, om de resultaten ervan verder te brengen. Maar ook los daarvan bleek het uiterst zinvol om met elkaar op te trekken. En wat blijkt? Veel van onze ambities staan nu in het Ouderenpact waarmee minister De Jonge onlangs op de proppen kwam.’
Zijn ministerie VWS is nu in gesprek met BeterOud. Nienke Kuyvenhoven: ‘Hoe gaan we die gemeenschappelijke ambities bereiken? Voor VWS zijn we een interessante gesprekspartner: een coalitie van belangrijke partijen in dit veld, die samen een enorme achterban hebben aan organisaties en professionals, inclusief ouderen zélf.’

Langer thuis
Sociaal Werk Nederland overlegt ook afzonderlijk met VWS over het Ouderenpact. ‘We  hebben eraan meegeschreven en het ondertekend. De eerste deelplannen eruit zijn nu gelanceerd, te beginnen met Eén tegen Eenzaamheid. En over de uitwerking daarvan praten we mee. Bovendien zit onze directeur Lex Staal nu in de werkgroep die zich bezighoudt met het deelplan Langer thuis.’
De uitwerking van die plannen zal overigens nog wel wat voeten in de aarde hebben, verwacht Nienke. ‘Anno 2018 zijn bij veel elementen van de deelplannen Eenzaamheid en Langer thuis feitelijk de gemeenten aan zet. Die maken zich wel zorgen over de taakverdeling tussen hen en het Rijk.’
Voor sociaal werk komt daar nog bij dat sommige gemeenten prioriteiten stellen die haaks staan op de ambities van het Ouderenpact. ‘Dat brengt sociaalwerkorganisaties in een spagaat. Het is soms een gevecht om bestaande voorzieningen overeind te houden. Dus je wilt wel constructief meedenken, maar ondertussen blijft het sappelen. De nieuwe Haagse coalitie bezuinigt miljoenen op welzijn! Dat helpt niet erg voor een sterke sociale basis.’

Plan van aanpak Kwetsbare Ouderen
Ook InEen, de branchevereniging van de eerstelijnszorg, klopte bij Sociaal Werk Nederland aan. Nienke Kuyvenhoven: ‘Ze waren begonnen aan een Plan van aanpak Kwetsbare Ouderen. Gaandeweg beseften ze dat het handig is om ook het sociaal werk aan te haken, gezien de nieuwe verhoudingen in het lokale sociaal domein. Gemeenten en zorgverzekeraars wijzen soms naar elkaar. Wmo is een gemeentelijke taak, wijkverpleging wordt betaald door de zorgverzekeraar. Maar die werkvelden groeien naar elkaar toe en er ontstaat een grijs gebied met al dan niet cliëntgebonden activiteiten. Dus wie betaalt dan wat? Dat gesprek moet je goed voeren; daar moet een tool voor komen die inzicht geeft in de kosten en baten van bepaalde investeringen. Ik zit in de werkgroep die daarmee bezig is.’
Datzelfde Plan van aanpak leidde ook tot het eerder genoemde verzoek om mee te denken over de herziening van de Richtlijn Vroegsignalering kwetsbare ouderen.

Zorgkaders worden opgerekt
Ook het Zorginstituut Nederland buigt zich over kwetsbare ouderen. Dat instituut adviseert onder meer over de samenstelling van het basispakket van de zorgverzekeraars. ‘Ook daarvoor zijn we nu uitgenodigd. Met name om te praten over de vraag hoe je collectieve voorzieningen daarin een plek geeft. Sommige zorgverzekeraars doen dat al mondjesmaat.’
Dan is er nog de Standaard integrale ouderenzorg. ‘Ook die krijgt een update. Klaske Wynia (RUG/UMCG) is daar mee bezig en heeft bij onze Ouderencommissie input opgehaald. Je ziet momenteel dus een behoefte aan richtlijnen; niet als protocol, maar als ideaalbeeld, als flexibele gebruiksaanwijzing. De traditionele zorgkaders worden opgerekt tot zorg-en-welzijnkaders.’

Frappez, frappez toujours
Gelukkig hoeft het welzijnswiel niet steeds opnieuw te worden uitgevonden. ‘Weliswaar zijn we voor veel partijen nieuw, maar onze boodschap is dat zeker niet. Sociaal werkers gaan immers al jaren de wijk in. Het belang ervan wordt ineens weer beter gezien.’
Cruciaal is wel dat je op het juiste moment het juiste vocabulaire hanteert tegenover zorgpartijen. ‘Vaak gebruik ik Welzijn op Recept als eyeopener. Dat spreekt veel zorgmensen direct aan, daar hebben ze direct een beeld bij. Bovendien is die aanpak goed beschreven, inclusief de duidelijke meerwaarde ervan. En dat kan vervolgens fungeren als een stepping stone voor andere innovatieve aanpakken waarvan het rendement soms minder tastbaar is.’
Ook de term positieve gezondheid van Machteld Huber blijkt een smeermiddel. ‘Zij is een arts die de taal van zorg en van sociaal spreekt. Dus mijn tip aan leden: haak aan bij haar gedachtegoed om lokaal het gesprek aan te gaan met zorgpartijen. Want de tijd is rijp, het beeld over gezondheid en oud worden is echt aan het kantelen.’