Print blogartikel
Blog
Vijftigduizend ambassadeurs van het sociaal werk
Nederland telt ruim vijftigduizend sociaal werkers. Een van hen, Norbert Wijnhofen, is net gekozen tot Sociaal Werker van het jaar 2019. Dat is een hele eer, en die eer komt hem toe.
18 maart 2019 | 2 minuten lezen
Nederland telt ruim vijftigduizend sociaal werkers. Een van hen, Norbert Wijnhofen, is net gekozen tot Sociaal Werker van het jaar 2019. Dat is een hele eer, en die eer komt hem toe. Als juryvoorzitter was ik onder de indruk van de manier waarop hij zich sterk maakt voor mensen met ggz-problemen, die zich weer een plek verwerven in de samenleving. Chapeau!
De verkiezing was een nek-aan-nekrace. Ook dat was mooi. Samira Fdana en Esther de Bie zijn eveneens exemplarische voorbeelden van sociaal werkers die het verschil maken.
Zulke voorbeelden heeft de branche hard nodig. Daarom krijgt Norbert naast alle lof ook een opdracht mee. Hij is dit jaar de ambassadeur die zijn 50.000 collega’s gaat vertegenwoordigen op uiteenlopende podia en in de media.
Goede wijn behoeft geen krans, zeiden we vroeger. Maar dat spreekwoord geldt niet meer. Tegenwoordig moet je ook als sociaal werker stelselmatig laten zien wie je bent, wat je doet en waar je waarde toevoegt.
Want het punt is dit: de waardering voor het sociaal werk is hoog bij wie ermee in aanraking komt. Toch blijft sociaal werk voor beleidsmakers en politici nog te vaak een aanhangsel van de zorg. De cijfers spreken boekdelen: van de € 100 miljard die jaarlijks naar de zorg gaat, krijgt sociaal werk maar € 2 miljard (dus maar 2%). Terwijl inmiddels algemeen bekend is dat meer welzijn gelijk staat aan minder zorg. Waarom blijven dan zoveel gemeenten bezuinigen op het werk van onze 50.000 vaklui?
Bij de gedachte dat welzijn zorg vervangt past trouwens wel een kanttekening. Preventie is een medaille met twee kanten. Want ál het sociaal werk is preventie: namelijk het dagelijks leven van vooral kwetsbare mensen normaliseren en hen kansen geven die ze anders niet zouden krijgen, laat staan benutten.
Anderzijds moet je preventie niet in enge zin opvatten als het voorkómen van zorg, als louter een kostenaspect. Sociaal werk is niet het goedkope alternatief van zorg. De sociale basis is het fundament van de samenleving. Als je daarin fatsoenlijk investeert, functioneert die basis goed. Met als resultaat dat er minder beroep op de zorg wordt gedaan. Dát is de volgorde.
Dus maak ik me ernstig zorgen over de effecten van de aanhoudende gemeentelijke bezuinigingen op sociaal werk. Sociaal werkers moeten met steeds minder middelen steeds méér doen.
Dat is enorm frustrerend; ook voor ons als branchevereniging. We merken enerzijds dat we de toegevoegde waarde van het sociaal werk bijna nergens meer hoeven uit te leggen. Anderzijds staan budgetten en tarieven onder druk; sommige gemeenten hebben zelfs plannen om het sociaal werk zélf uit te voeren of het goeddeels aan vrijwilligers over te laten. Zouden ze dat ooit overwegen als het om wijkverpleegkundigen gaat?
Met z’n allen moeten we daarom het verhaal blijven vertellen. Norbert gaat dat doen als landelijke spreekbuis, maar hij kan het niet alleen. Vandaar mijn oproep: sociaal werkers van Nederland, laat je zien! Cijfer jezelf niet weg. Zeg niet steeds dat de bewoners het allemaal zelf hebben gedaan, dat je alleen wat hebt gecoördineerd en bijgestuurd…
Zoek elkaar op in een beweging van professionals die weten wat er in de basis van de samenleving speelt. Maak samen een vuist, roer je in het publieke debat. Zorg dat je gehoord wordt: ieder voor zich, maar vooral ook als vakmensen met elkaar.
Als politieagenten en leerkrachten erin slagen om op te trekken naar het Malieveld, dan moet dat jullie als geroutineerde organisers van de Sosjale Aksie toch ook kunnen lukken?