Helpt positieve gezondheid tegen het hoge ziekteverzuim binnen het sociaal werk?
Het begrip positieve gezondheid sluit wonderwel aan bij wat veel sociaal werkers van huis uit al doen in hun cliëntcontacten. Kan het positieve gezondheidsdenken bijdragen aan het welzijn van sociaal werkers zélf en daarmee ook aan het terugdringen van het ziekteverzuim in de branche? Dat is de insteek van een pilot die vorig jaar december begon en weer wordt opgestart nu de lockdown is versoepeld, aldus projectmedewerker Alexandra Krop.
Hoog ziekteverzuim
Het sociaal werk kampt met een relatief hoog ziekteverzuim en een grote uitstroom van medewerkers. ‘Dat wil zeggen: vergeleken met aanpalende branches (zorg, onderwijs) zitten we niet heel hoog, maar vergeleken met het landelijke gemiddelde wel,’ aldus Alexandra Krop, projectmedewerker bij Sociaal Werk werkt! en jurist bij Sociaal Werk Nederland. ‘Bovendien heeft dat ziekteverzuim vaak te maken met de psychosociale belasting van medewerkers; ze ervaren zowel de druk van het werken met cliënten met complexe problemen en hun soms agressieve gedrag als de hoge werkdruk over de hele linie. ’Vandaar de pilot Positieve gezondheid op de werkvloer. De nadruk ligt op preventie: aandacht voor de medewerkers met wie het góéd gaat en hoe je als werkgever kunt zorgen dat dat zo blijft.’
Als dat met de cliënt kan, dan het intern toch ook?
Een aantal sociaalwerkorganisaties is al langer bezig met positieve gezondheid, soms omdat hun gemeenten daar als opdrachtgever om hebben gevraagd. ‘In de zorg is het begrip inmiddels behoorlijk geland, maar ook bij de overheid begint het te komen.’ Zo profileert de provincie Limburg zich als “voorloper en trendsetter door de bestuurlijke moed om positieve gezondheid te omarmen, er een beweging van te maken waarmee de sociale opgave voor Limburg wordt gerealiseerd”.
Los daarvan zijn sociaalwerkorganisaties feitelijk al jaren vertrouwd met de uitgangspunten van Machteld Hubers gedachtengoed. Alexandra Krop: ‘Sociaal werkers voeren al sinds jaar en dag “het andere gesprek” met de cliënt. En ja: als dat met de cliënt kan, dan het intern toch ook?’
Maar zo simpel blijkt het toch niet. ‘De verhouding hulpverlener-cliënt is immers wezenlijk anders dan werkgever/leidinggevende–werknemer. In het uiterste geval kan het dan immers gaan om het wel of niet behouden van je baan. Een functioneringsgesprek is ook niet per definitie een veilige setting voor een medewerker. Durf je als medewerker het gesprek aan te gaan over zaken die je belemmeren in je werk? Dat je je ergert aan collega’s, dat je relatieproblemen hebt, oplopende schulden of een drankverslaving?’
Ervaringen van organisaties die er intern al mee aan de slag zijn gegaan laten zien dat je positieve gezondheid beter kunt beleggen bij de verzuimcoördinator of bij de preventiemedewerker. ‘Of je gaat er met collega’s mee aan de slag in intervisiegesprekken. Wat het handigst is varieert per organisatie, per “bedrijfscultuur”. De ultieme oplossing is er niet.’
Keuzemenu
Doel van de pilot is dan ook niet het ontwerpen van een strak format. ‘Met de deelnemende organisaties onderzoeken we vooral wat je er waar en wanneer mee kunt. Je kunt het meenemen in bestaande onderwerpen zoals kwaliteit, bijvoorbeeld in het certificeringstraject voor het Kwaliteitslabel Sociaal Werk. Of als je nieuw arbobeleid wilt ontwikkelen en doorvoeren. Anders gezegd: sluit aan bij dingen die al spelen in je organisatie, zodat je positieve gezondheid niet hoeft te introduceren als iets heel nieuws. Dan loop je het gevaar dat medewerkers het zien als een extra taak bovenop alle andere zaken die ze al moeten doen.’
Aan de pilot doen circa vijftien sociaalwerkorganisaties mee. Daaronder zijn zowel leden (Tinten, Versa Welzijn) als niet-leden van Sociaal Werk Nederland. Bovendien verschillen ze in grootte, werksoorten en zeker ook ervaring met positieve gezondheid. ‘Maar die mix is vaak verfrissend, juist omdat het steeds gaat om de vraag: wat past bij jóúw medewerkers en bij jóúw bedrijfscultuur? Welke elementen spreken je aan, welke niet? In die zin gaat het om een bouwpakket, een keuzemenu. Het doel is dan ook niet dat iedereen ermee gaat werken. Sterker nog: als een organisatie besluit om er níét mee te gaan werken is dat ook een uitkomst van de pilot. Maar dan blijft de vraag: wat ga je wél doen om je medewerkers fit en gezond te houden?’
Draad weer oppakken
Vlak voor het begin van de lockdown was de introductiebijeenkomst van de pilot. ‘Met een introductie over positieve gezondheid, een aantal goede voorbeelden en tips om binnen je organisatie de discussie over positieve gezondheid op gang te brengen. Mede op basis van wat er allemaal bovenkwam tijdens die twee bijeenkomsten ben ik nu bezig een stappenplan op te stellen. En verder is het wat de pilot betreft een kwestie van de draad weer oppakken nu het ergste coronaleed is geleden. In september komt er bovendien een webinar, samen met het Institute for Positive Health (iPH). Dat is een mooi moment om de deelnemers aan de pilot verder te enthousiasmeren voor Positieve Gezondheid op de werkvloer.’
- Organisaties die nog willen mee doen kunnen zich aanmelden voor de werkgroep op 1sociaaldomein.