Rapport tweede meetronde evaluatie AMvB reële prijs Wmo 2015 naar de Tweede Kamer gestuurd
De minister van VWS heeft op 17 februari 2020 het rapport van de tweede meetronde van de evaluatie AMvB reële prijs Wmo 2015 naar de Tweede Kamer gestuurd.
In een gezamenlijke duiding benadrukt de bestuurlijke begeleidingscommissie waaraan Sociaal Werk Nederland deelneemt, dat op basis van deze tussenrapportage nog geen uitspraak kan worden gedaan over de hoofdvraag: houden gemeenten na toepassing van de AMvB bij het vaststellen van de tarieven voor Wmo-dienstverlening rekening met de vastgestelde kostprijselementen?
Eind mei 2020: de derde meetronde
Voor een antwoord daarop moeten we wachten op de eindrapportage die na de derde meetronde wordt opgesteld. De minister zal deze naar verwachting eind 2020 aan de Tweede Kamer zenden.
De tussenrapportage heeft geheel betrekking op prijs- en volumeontwikkeling van p x q gefinancierde maatwerkvoorzieningen. Het verzoek van Sociaal Werk Nederland is gehonoreerd om in de derde meetronde ‘vrijwillige’ toepassing van de AMvB voor gesubsidieerde Wmo-dienstverlening te onderzoeken. Het wettelijke toepassingsbereik van de AMvB beperkt zich immers tot aanbesteding.
Sociaal Werk Nederland heeft ook ingebracht om in het onderzoek resultaat- of populatiebekostigde Wmo-dienstverlening te betrekken. In de (derde) eindrapportage zal uitgebreider dan nu in de tweede meetronde, worden ingegaan op de toepassing van de AMvB in relatie tot deze financieringsvormen.
Rekentool
Deelnemers aan de bestuurlijke begeleidingscommissie hebben medio 2019 met elkaar gesproken over een gezamenlijke vervolginzet in de vorm van de ontwikkeling van een rekentool voor reële prijzen en indexatieafspraken. Dit staat evenwel los van het evaluatieonderzoek.
De VNG heeft samen met de koepels de afgelopen periode een opdrachtformulering gemaakt voor een breed toepasbare rekentool reële prijzen, in eerste instantie voor hulp in de huishouding en voor individuele begeleiding. Daarna komt er ook een dergelijke rekentool voor ander Wmo-ondersteuningsproducten. Voor Sociaal Werk Nederland heeft Berenschot twee jaar geleden al een rekentool ontwikkeld voor sociaal werk. In de bestuurlijke regiegroep inkoop en aanbesteding (VWS-programma) zijn middelen gereserveerd voor de doorontwikkeling van de rekentool sociaal werk in relatie tot een breed toepasbare rekentool in het sociaal domein.
Indexatievraagstuk
In juni 2019 is in de bestuurlijke begeleidingscommissie (met deelname van het VNG-bureau) afgesproken om op korte termijn toe te werken naar een gezamenlijke richtlijn voor loon- en prijsindexatie. De VNG heeft in haar commissievergadering (Zorg, Jeugd en Onderwijs) van 12 september echter besloten niet in te stemmen met het voorstel om de onderhandelingen over een landelijke richtlijn over indexatie nu te starten.
Eerst moet het Rijk de financiële randvoorwaarden (structurele middelen en middelen voor indexatie) adequaat regelen. Sociaal Werk Nederland heeft in een brief van 16 juli 2019 alle wethouders Sociaal Domein/Financiën opgeroepen om te indexeren. In november jl. hebben GGZ Nederland, Federatie Opvang/RIBWAlliantie (nu: Valente) de VNG dringend gevraagd om gemeenten erop te wijzen dat de indexeringsruimte terug moet komen in de (Wmo-)tarieven die aangeboden worden in het sociale domein. Een afschrift van deze brief hebben zij gestuurd naar alle wethouders.
Indexering urgent en hoog op de agenda
Sociaal Werk Nederland blijft in gesprek met de VNG, gemeenten en branches om het gebrek aan voortgang indexering sociaal domein aan te kaarten. Immers: wanneer in verschillende jaren de loonkostenontwikkeling niet of niet volledig in de gemeentelijke bekostiging is meegenomen dan heeft dit een belangrijk negatief cumulatief effect op de aanbieder. Het beoogde voorzieningenniveau kan niet meer worden gehaald. Ook is het gevolg dat met minder medewerkers hetzelfde of meer werk moet worden gedaan, wat zich vertaalt in hoog ziekteverzuim en te hoge werkdruk. Het water staat veel aanbieders aan de lippen – vooral bij sociaalwerkorganisaties in het preventieve domein.
De Kamerbrief vindt u hier, het rapport staat hier.
Vragen? Mail Marcel Mathijssen, Mathijssen@sociaalwerk.nl