Nieuwsbericht

Sociaal Raadslieden voorkómen onnodige juridische procedures

Chris Bos
15 maart 2019 | 2 minuten lezen

67% van de sociaal raadslieden hoeft hooguit één op de tien cliënten door te verwijzen naar het Juridisch Loket of de advocatuur. Dat was de hoopgevende uitkomst van een korte peiling onder de pakweg driehonderd sociaal raadslieden die aanwezig waren op het recente landelijke congres van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR, aangesloten bij Sociaal Werk Nederland).
Een ruime meerderheid van de sociaal raadslieden slaagt er dus in om negen van de tien hulpvragen zelf af te handelen, al dan niet door andere organisaties in het sociaal domein in te schakelen. Ernst Radius (senior adviseur Sociaal Werk Nederland): ‘Alleen dat al bevestigt wat iedereen in het veld eigenlijk wel weet: investeren in het sociaal raadsliedenwerk is echt dé manier om te besparen op hoger kosten voor rechtsbijstand!’

Voorkómen van overbodige juridische procedures
Maar er waren nog meer interessante uitkomsten. Bijvoorbeeld de antwoorden op deze vraag: ‘Van de tien cliënten: hoe vaak voorkom je dat een cliënt onnodig naar de rechter stapt?’
Minder dan 1, zegt slechts 36%. Tussen 1 en 3 zegt 37%.
De overige respondenten noemden zelfs nog hogere aantallen: tussen 4-6 (17%), tussen 6-8 (4%) en tussen 8-10 (6%). Ernst Radius: ‘Dus ook in dit opzicht dragen de sociaal raadslieden bij aan het voorkomen van overbodige juridische procedures.’

Ook problemen op andere levensgebieden
De toegevoegde waarde van het sociaalraadsliedenwerk zit hem zeker niet alleen in het voorkómen dat mensen onnodig het juridische pad opgaan. Ernst Radius: ‘De crux is dat ze hun cliënten ook zinvolle alternatieven kunnen bieden. Vaak zijn de juridische problemen immers mede het gevolg van moeilijkheden op andere levensgebieden: scheidingsperikelen, werkloosheid, schulden, verslaving et cetera. Vaak is er dus integrale hulpverlening nodig die ook aan die andere levensproblemen iets doet. En dat kan omdat sociaal raadslieden korte lijnen hebben met bijvoorbeeld maatschappelijk werk, jongerenwerk en ouderenwerk.’
Hoe noodzakelijk dat is blijkt zonneklaar uit de antwoorden op de vraag hoeveel cliënten niet alleen met juridische vragen worstelen, maar ook met financieel-sociale problemen. Tussen de 8 en 10, zegt maar liefst 81% van de sociaal raadslieden op het congres.

Ruim de helft van cliënten op het bestaansminimum
De financiële nood onder cliënten zie je bovendien terug in het hoge aantal onder hen dat op een bestaansminimum leeft. Van iedere tien cliënten geldt dat voor tussen de 6 en 8, zegt 48% van de sociaal raadslieden; tussen de 8 en 10, zegt 36%. Ernst Radius: ‘Dat betekent dus dat voor 84% van de ondervraagde sociaal raadslieden geldt dat meer dan de helft van hun clientèle het moet doen met een minimaal inkomen.’

Al met al is Ernst Radius zeer tevreden met de uitkomsten van de peiling. ‘Afgelopen najaar was minister Dekker onder de indruk van het werk van de sociaal raadslieden. Helaas zie je dat nog niet helemaal terug in zijn hervormingsplannen. Dankzij deze quickscan hebben we extra munitie om hun meerwaarde nog eens te onderstrepen. Ook tegenover gemeenten natuurlijk; en dan met name de gemeenten waar momenteel nog geen sociaal raadslieden actief zijn. De LOSR werkt daarom aan een position paper over nut en noodzaak van de sociaal raadslieden.’

  • De uitslagen van de peiling vind je in de bijlage
  • Lees ook de blog van Lex Staal over het raadsliedencongres