Nieuwsbericht

Interview wethouder Tilburg, pleitbezorger van een krachtige sociale basis

7 september 2022 | 2 minuten lezen

De Tilburgse wethouder Esmah Lahlah is fervent pleitbezorger van een krachtige sociale basis, omdat het bijdraagt aan bestaanszekerheid. Dat betekent niet dat ze vindt dat de gemeente zich overal mee moet bemoeien. ‘Soms moet je als bestuurder op je handen zitten. Soms is er meer nodig.’

Bij de vraag naar de definitie van het begrip sociale basis keren de gedachten van Lahlah automatisch terug naar het schrijven van het coalitieakkoord, afgelopen voorjaar. ‘Als onderhandelaars vonden we een sterke sociale basis allemaal erg belangrijk, dat was direct duidelijk. Maar wat daar precies onder wordt verstaan en welke sociale basisvoorzieningen daar onderdeel van zijn, is niet helemaal duidelijk. We hebben met elkaar besproken wat we er zeker wel onderdeel van vinden, zoals bijvoorbeeld sport en cultuur.’

Het gaat volgens Lahlah over de infrastructuur die bestaat uit informele en formele basisvoorzieningen. ‘De informele initiatieven organiseren inwoners vaak zelf, met en voor elkaar. De formele voorzieningen zijn meestal met professionals georganiseerd en in opdracht van de gemeente. Het versterkt allemaal het dagelijks leven: ze hebben te maken met ontmoeting, met gezondheid, bewegen, welzijn, werk. En volgens ons horen sport en cultuur daar ook bij.’

Bestaanszekerheid
Wie aan Esmah Lahlah denkt, denkt ook al snel aan bestaanszekerheid. Zeker sinds ze landelijke bekendheid kreeg door een maandlang van een bijstandsuitkering te leven. Voor de wethouder die in de vorige periode nog partijloos was, en die namens GroenLinks in het huidige college zit, zijn de begrippen bestaanszekerheid en sociale basis nauw met elkaar verbonden. ‘Bestaanszekerheid is meer dan vrij zijn van financiële zorgen’, legt ze uit. 

‘Het gaat ook over de veiligheid van een dak boven je hoofd, eten op de plank en een zinvolle dagbesteding of werk. Het gaat over onderdeel uitmaken van een gemeenschap, je gezien en gehoord voelen.’ Naast bestaanszekerheid is de basismissie van het huidige college dat de inwoners zich fysiek, sociaal en emotioneel gezond voelen. Daarvoor is een sterke sociale basis volgens Lahlah eenvoudigweg nodig, omdat die bijdraagt aan al die doelen.

Op de handen zitten
De gemeente is vanwege haar opdrachtgeverschap met name betrokken bij de formele voorzieningen. De informele initiatieven hebben wel de bestuurlijke aandacht, maar de gemeente bemoeit zich daar alleen mee als daar een beroep op wordt gedaan, ter ondersteuning of versterking. ‘Idealiter versterken het formele en het informele elkaar. Voor ons als gemeente betekent het soms dat we op onze handen moeten zitten en dingen gewoon moeten laten gebeuren.’ Ze noemt succesvolle voorbeelden van buurtmoestuinen, ruilwinkels en ontmoetingsplekken met aandacht voor bestaanszekerheid.

Het komt ook voor dat inwoners elkaar binnen bepaalde groepen wel weten te vinden, terwijl ze bij de gemeente moeilijker in beeld zijn, en die zelf als inwoners ook niet bij de gemeente aankloppen. ‘Dat gebeurde bijvoorbeeld aan het begin van de coronatijd. Wij zaten in het stadskantoor te bedenken wat we als gemeente voor onze inwoners konden doen. Maar in de wijken gebeurde het gewoon al. Dat kreeg zo snel vorm, en dat moet je als gemeente koesteren.’

Versterken sociale basis is centrale thema op Congrestival op 23 september
Hoe versterk je de sociale basis in buurten en wijken? Daarover gaat het Congrestival Sociale Basis op 23 september in het Krachtstation Kanaleneiland Utrecht. Een van de sprekers is staatssecretaris Maarten van Ooijen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De aanmelding voor de fysieke bijeenkomst is inmiddels gesloten. Het volgen van de livestream en online deelname aan workshops en inspiratiesessies kan nog wel. Aanmelden voor de livestream kan hier.

Lees het hele artikel op de website van Movisie