Blog

Tussen lafheid en overmoed

19 juli 2022 | 3 minuten lezen

Op de valreep van de zomer vonden er door het land interessante congressen plaats over het sociaal domein, sociaal raadslieden en de rechtspraak. Welke inzichten en raakvlakken pikten we op in Middelburg, Nieuwegein en Hilversum?

Eind juni woonde ik samen met collega’s Rian Varkevisser en Marieke Trentelman de zomerconferentie bij van Samen Recht Vinden in mijn woonplaats Middelburg. Opvallend was dat veel van de problemen waarmee de rechtspraak worstelt, hetzelfde zijn als die van het sociaal werk. Veel mensen raken afgehaakt in het systeem, verliezen hun vertrouwen in de overheid en zoeken alternatieve wegen om hun gelijk te halen. Uit onderzoek van het WODC blijkt dat zo’n elf procent van de rechtzoekenden niets meer doet met hun juridische probleem en het laat versloffen… met alle gevolgen van dien.

WRR-voorzitter Corien Prins stelde in Zeeland dat de overheid ‘lui’ is geworden in het contact met de burger. Men verwacht dat de digitale overheid het wel oplost, maar die wordt gedomineerd door ICT’ers zonder een overkoepelende visie. De overheid zou bereikbaar moeten zijn, digitaal én fysiek. Ook de Commissaris van de Koning van Zeeland, Han Polman, ziet dat vanuit beleid teveel naar de procesmatige kant wordt gekeken in plaats van naar de inhoudelijke kant van het probleem. Daardoor haken mensen af en het leidt tot uitholling van de democratische orde. Laten we ophouden met de overheid zien als een bedrijf met efficiencynormen en -doelen. Of, in de woorden van hoogleraar Veiligheid & Veerkracht Hans Boutellier: de overheid is er voor de burgers, en niet andersom. En wij moeten daar doorheen prikken, door die institutionele jungle.

Wij moeten door die institutionele jungle heen prikken

Vergelijkbare geluiden hoorden we op 1 juli tijdens ons eigen Congres Sociaal Raadslieden in Nieuwegein. Nationale Ombudsman Reiner van Zutphen bracht het heel dichtbij: behandel burgers zoals je je eigen moeder zou behandelen. Ook wordt er te snel naar juridische oplossingen gekeken, waarbij wordt vergeten dat je in conflicten eerst moet proberen begrip te tonen voor elkaar. Eerst ‘ontgiften’! Niet voor niets zet Slachtofferhulp Nederland altijd in op herkennen, erkennen, en dan pas een oplossing zoeken. Volgens hoogleraar bestuurskunde Bert Marseille kunnen ambtenaren in het sociaal en juridische domein daarbij meer ruimte pakken als het gaat om het oplossen van problemen. Zij zijn vaak bang geworden dat zij juridisch op de vingers worden getikt.

Goede voorbeelden zijn er ook. Bert Marseille noemde gemeente Purmerend, waar de burger direct persoonlijk contact heeft met een ambtenaar die hem of haar begeleidt in het zoeken naar een oplossing. Wethouder Linda Voortman vertelde hoe haar gemeente Utrecht de menselijke maat steeds meer wil terugbrengen. Zo is het schuldhulpverleningstraject verkort van drie naar twee jaar. Ook noemde zij het ‘voorkom-erger-potje’ dat ambtenaren financiële ruimte biedt om snel te kunnen schakelen voor mensen met schulden. De overheid kan dus best moed en vindingrijkheid tonen om burgers te helpen. Kijk naar de TOZO-regeling: binnen no-time kregen ondernemers die broodnodige coronasteun. Toch ligt ook hier weer het gevaar op de loer dat alles bij de afrekeningen in een rigide systeem wordt gedrukt en ook deze regeling een bureaucratisch monster wordt…

Is er dan nog hoop? Kunnen we het systeem laten kantelen naar de menselijke maat? Op het Divosa Voorjaarscongres in Hilversum konden wij samen met Divosa, de Koninklijke Bibliotheek en het Juridisch Loket laten zien hoe we een nieuwe aanpak van robuuste rechtsbescherming voor burgers gaan oppakken samen met gemeenten, juridische en sociale partners. Gemeenten krijgen hier nu extra geld voor (de zogenoemde ‘POK-middelen’), dat natuurlijk wel aan dit belangrijke doel moet worden besteed.

Tussen lafheid en overmoed zit MOED

Pieter Ippel, emeritus hoogleraar rechtsgeleerdheid en oprichter van Samen Recht Vinden, vatte het wat mij betreft mooi samen: “Tussen lafheid en overmoed zit MOED’’. Die moed moeten we tonen, door soms buiten de regels te durven werken. Door te blijven kijken naar het belang van de burger, en niet de belangen zoals gedicteerd vanuit systemen. Door samen te werken, over domeinen en disciplines heen. En door bij juridische problemen eerst het gif eruit te halen, zodat mensen hun emoties kwijt kunnen voordat je samen naar oplossingen zoekt. Zoals we zouden zeggen in Zeeland: geef de rivieren de ruimte.