Nieuwsbericht

Staatssecretaris Blokhuis: ‘Jullie hebben een punt!'

Chris Bos
17 mei 2018 | 3 minutes read

‘Ik heb je blog gelezen en ik vind dat jullie een punt hebben.’ Aldus een openhartige staatssecretaris Paul Blokhuis op het enerverende eerste Jaarcongres van Sociaal Werk Nederland.
De bewuste blog van Marijke Vos gaat over de transitie Jeugd. Die dreigt te mislukken als gemeenten blijven focussen op het wégwerken van wachtlijsten in de jeugdzorg, en daardoor niet toekomen aan het voorkómen ervan. Marijke Vos: ‘Waar blijven de investeringen in preventie, in een sterke sociale basis voor de jeugd, en dus in peuterwerk, kinderwerk, schoolmaatschappelijk werk en buurtwerk?’

Heilig moeten: preventie
‘Er is een ongelofelijke disbalans tussen preventie en zorg in Nederland,’ vervolgde Blokhuis. ‘Jaarlijks gaat er € 2 miljard naar preventie en € 82 miljard naar zorg. Dat moet anders. We moeten het lef hebben om meer aan de voorkant te gaan zitten. Dan werk je aan een inclusieve samenleving, dan ben je bezig met de transformatie.’
Als voormalig wethouder in Apeldoorn sprak hij uit ervaring toen hij dit zei: ‘We weten allemaal dat sociaal werk rendement heeft. Als je daar fors in investeert pluk je er echt de vruchten van. Daar moet je gemeentebestuurders op aanspreken, dat is haast een heilig moeten. Eigenlijk zou je als sociaal werk tegen hen moeten zeggen: subsidieer ons nou eens 15 jaar, doe longitudinaal onderzoek en dan zul je zien dat het zichzelf terugverdient.’
Ook die opmerking kreeg veel bijval van de talrijke sociaalwerkdirecteuren en professionals in de zaal.

De W van VWS
Tegelijkertijd begreep de staatssecretaris wel dat sommige gemeenten terughoudend zijn. ‘Als zij investeren in preventie zijn zorgverzekeraars straks minder geld kwijt aan zorgkosten. Dat geld vloeit niet terug naar gemeenten.’ Daarom riep hij gemeenten op om met zorgverzekeraars afspraken te maken over de financiering van preventieve activiteiten. VWS heeft ook geld beschikbaar gesteld om die samenwerking te versterken.
Tot slot complimenteerde hij het sociaal werk: ‘Jullie zijn echt van de sociale basis. Maar  luister ook goed hoe cliënten jullie werk ervaren. Dat is niet bedoeld als kritiek maar als huiswerk.’
Op haar beurt gaf Marijke Vos de staatssecretaris ook een opdracht mee: ‘Goed dat jullie als VWS meer preventie willen, maar draag dat dan ook uit. Laat Nederland zien dat je niet alleen van de Zorg bent, maar ook van de sociale basis.’

Contact maken in vredestijd
Liesbeth Huyzer sprak als plaatsvervangend korpschef van de politie namens een andere belangrijke landelijke partner van het sociaal werk. Ook zij benadrukte de meerwaarde van nauwe samenwerking in de wijk. Ze begon haar bijdrage met een filmpje over de Utrechtse wijkagent Dennis Schuring. Zijn motto: ‘Neem de tijd om kwetsbare bewoners en sleutelfiguren te spreken. Het gaat om “contact maken in vredestijd”, dan weet je beter wat je moet doen als er iets aan de hand is.’
Liesbeth Huyzer schetste daarmee ook de eeuwige spagaat van agenten: ‘de spanning tussen preventief werk en boeven vangen.’ Dat preventieve werk gaat vooral over de 20% mensen die enige hulp nodig hebben om zich staande te houden. En vooral buiten kantooruren en zeker in het weekend lijkt de politie de enige toevlucht te zijn voor mensen in acute nood. ‘Maar daarvoor is een politiecel niet bedoeld. En daarvoor missen agenten feitelijk de expertise en de dossierkennis. Stel je voor dat iemand sociaal werkers zou willen uitrusten met handboeien en wapenstok. De wereld zou te klein zijn. Waarom verwacht men dan wel van agenten dat ze als sociaal werkers kunnen optreden?'
Dat alles maakt sociaal werk en politie tot logische partners, aldus Liesbeth Huyzer. ‘Bij jeugdoverlast, huiselijk geweld, radicalisering, noem maar op.’ Maar die samenwerking kan nog beter: ‘Vaker met elkaar om de tafel. Sneller en beter informatie delen. Op vrijdagavond een maatschappelijk werker op het politiebureau.’

Het web van positieve gezondheid
Machteld Huber verruilde dertig jaar geleden het huisartsenbestaan voor een leven als onderzoeker. Ook zij wees op de disbalans tussen zorgkosten en preventie-uitgaven. Die komt voort uit de opvatting van gezondheid als niet-ziek-zijn, stelde ze.
Haar zoektocht naar de werkelijke kern van gezondheid leverde haar in eerste instantie 556 indicatoren op, die ze clusterde in zes hoofdthema’s:

  • Lichaamsfuncties
  • Mentaal welbevinden
  • Zingeving
  • Kwaliteit van leven
  • Meedoen
  • Dagelijks functioneren

En wat bleek? ‘Patiënten vinden alle thema’s even belangrijk. Beleidsmakers kijken echter vooral naar de lichaamsfuncties. Dat geldt ook maar in mindere mate voor artsen.’
De brede opvatting van gezondheid doopte ze “positieve gezondheid” en die term raakt steeds meer in zwang. Bovendien kun je de zes thema’s onderbrengen in een spinnenweb, dat mensen handvatten geeft om hun gedrag naar eigen inzicht aan te passen.

Bevlogen op de zeepkist
Naast de drie hoofdsprekers waren er natuurlijk nog de nodige workshops en deelsessies. De gangen van het fort en het zonnige terras werden druk gebruikt voor netwerkgesprekken. Bovendien betoogden vier bevlogen professionals vanaf de zeepkist waarom hun initiatief nu al in aanmerking komt voor de Innovatieprijs die Sociaal Werk Nederland later dit jaar wil instellen.
Dat alles in de landelijke omgeving van Fort Voordorp, ooit een strategisch bolwerk in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het bleek voor het sociaal werk een ideale plek voor tactisch terugtrekken en strategisch hergroeperen.

Zie ook het beeldverslag in de bijlage