Opinie: van welzijn word je gezonder dan van zorg
Het Integraal Zorgakkoord (IZA), dat moet helpen de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden, zit in het slop. Eerder zagen gemeenten obstakels en nu schorten zorgorganisaties het vervolgoverleg op. Dat biedt een unieke kans om het zorgakkoord socialer en effectiever te maken, betogen Lex Staal, Jan Willem Bruins en Janny Bakker in een opinieartikel op Sociale Vraagstukken.
Zowel gemeenten als ziekenhuizen en zorgorganisaties hebben reden om boos te zijn op het kabinet. De gemeenten moeten belangrijke taken zoals de jeugdzorg met veel te weinig geld doen en dat de zorgorganisaties moeten opdraaien voor minder bezuinigingen op het onderwijs is wrang. Maar het laat ook zien dat het niet meer lukt om binnen bestaande systeem problemen op te lossen. We zullen anders moeten gaan denken en handelen: niet vanuit de zorg maar vanuit de veerkracht en vitaliteit van buurten en hun inwoners.
En de zorgorganisaties, gemeenten en rijk zullen een keer terug moeten aan tafel. Laat de overlegpartijen dat moment, hopelijk snel in het nieuwe jaar, benutten om het zorgakkoord te upgraden naar een akkoord waarin naast ziekenhuizen en huisartsen ook sociaal werkers en burgers een even belangrijke rol spelen. Van een Integraal Zorgakkoord naar een Integraal Zorg- en Welzijnsakkoord (IZW), zeg maar. En niet aanvullend zoals nu de bedoeling is, maar in plaats daarvan.
Even terug naar het Integraal Zorgakkoord. Toen dat akkoord met al die zorgpartijen (zorgverleners, zorgverzekeraars) twee jaar geleden werd ondertekend, was dat een prestatie van formaat. Waar de overheid tot dan toe steeds per zorgpartij apart afspraken maakte, werd nu iedereen het met elkaar eens om meer ‘passende zorg’ te gaan organiseren. Met een ambitieus doel: de zorgkosten in toom houden en het tekort aan arbeidskrachten het hoofd bieden. En dat ouderen een groter beroep moeten doen op hun familie en buren wilden zij liever ook voorkomen. Tenslotte zijn heel veel mantelzorgers nu al overbelast.
Juist voor een houdbare zorg draait het om de inzet van inwoners
Maar het Integraal Zorgakkoord heeft een blinde vlek. Wie de projectenlijst doorneemt valt op dat het overgrote deel van 167 projecten gaat over het verlenen van betere of efficiëntere zorg en afkomstig is van huisartsen, wijkverpleging, ggz en ziekenhuizen. IZA heeft weinig oog voor de enorme rol die burgers zelf kunnen spelen. Dat is gek, want juist voor een houdbare zorg draait het om de inzet van al die inwoners om gezonder en gelukkiger te leven en elkaar daarbij te ondersteunen. Denk aan de zorgzame buurten waar mensen zelf hun zorg organiseren.
Zulke gemeenschappen organiseren mensen soms spontaan, maar lang niet altijd. Wanneer dat niet gebeurt is een vorm van ondersteuning door een sociaal werker een must. Zij koppelen mensen aan elkaar, aan bestaande netwerken en creëren hele nieuwe netwerken. Zo ontstaan gemeenschappen waar mensen naar elkaar omkijken en kan op den duur de vraag naar zorg serieus verminderen. Immers, op de vraag of je de buurman ‘even elke dag onder de douche wilt zetten’, zeggen de meeste mensen hartstochtelijk ‘nee’. Andersom werkt het wel: als mensen meer van betekenis zijn voor elkaar, dan leidt dat als een soort onbedoeld bijproduct – door verbeterd welbevinden – ook tot minder behoefte aan professionele zorg. En meer direct: een oudere die door de buurt wordt opgevangen kost minder dan wanneer iemand de deur platloopt bij de huisarts, en die oudere heeft dan ook minder last van klachten als eenzaamheid.
Zulke redeneringen worden gestaafd door stevig onderzoek. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie bepalen sociale factoren voor 30 tot 55 procent, afhankelijk van de situatie, de gezondheid van mensen. Opvallender is dat sectoren buiten de zorg veel meer bijdragen aan de gezondheid van mensen dan de zorg. Scheidend bestuursvoorzitter Sjaak Wijma van Zorginstituut Nederland stelt het in de Volkskrant nog scherper: ‘Maar waar worden we nou gezond van? De zorg draagt daar maar 10 procent aan bij. Onze omgeving bepaalt 40 procent van onze gezondheid, ons gedrag nog eens 40 procent, en dan is er nog een stukje dna. Dus op dat verjaardagsfeestje is dan de vraag: waarom geven we 110 miljard uit aan die 10 procent gezondheid die we via de zorg kunnen verbeteren?’
Dat ook sociaal werkers de zorg serieus geld kunnen besparen wordt onderstreept door recent onderzoek van bureau ABF Research: één sociaal werker kan op den duur ruim 3,5 zorgmedewerkers minder nodig maken. Dat schreeuwt dan ook om een verschuiving van het zorgbudget naar het sociaal domein.
Wat zo’n beweging van de medische aanpak naar een sociale benadering kan versterken is een uitbreiding van het IZA naar een ‘Integraal Zorg- en Welzijnsakkoord’, ofwel het IZW. Want het is niet zozeer de zorg maar de samenleving die de verandering moet gaan vormgeven. Denk voor de aanvullende partners van zo’n IZW primair aan actieve burgers en sociaal werkers, maar ook aan wijkagenten, leerkrachten, geestelijk verzorgers, sociaal ondernemers, huiswerkbegeleiders, kappers, medewerkers van de buurtsuper en al die geëngageerde mensen die anno 2025 gemeenschappen vormen. Uiteraard blijven ook de huidige zorgpartijen meedoen aan het IZA.
Hopelijk brengt de breuk van de zorgpartijen met het IZA een schokgolf te weeg en opent het de ogen voor de onmisbare inzet van burgers en sociaal professionals aan de houdbaarheid van de zorg.
Lex Staal is directeur-bestuurder Sociaal Werk Nederland. Jan Willem Bruins is directeur van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW). Janny Bakker is voorzitter van de RvB van Movisie.
Tip: meld je aan voor de online kennissessie op maandagmiddag 13 januari a.s. over de verbreding van het IZA. Deelname is gratis en exclusief voor leden.