In wijken en buurten komen veel maatschappelijke opgaven samen. We zien meer oudere mensen die langer thuis wonen, meer verwarde personen, mensen die kampen met eenzaamheid, schulden, gezins- en verslavingsproblematiek. Vaak gaat het om een ingewikkeld samenspel van problemen, dat zich kan uiten in lichamelijke en psychische klachten. Deze mensen kloppen nu vaak aan bij de eerstelijnszorg, waar zij zonder verwijzing terecht kunnen, zoals de huisarts of wijkverpleegkundige. Terwijl zij niet primair zijn geholpen met medische zorg.
Om deze mensen goed te helpen, is het allereerst nodig dat we de bestaanszekerheid vergroten en de sociale basis in wijken en buurten versterken. Ook is nauwe samenwerking tussen zorg- en welzijnsprofessionals nodig om mensen tijdig de juiste zorg en ondersteuning te kunnen bieden. Diverse partijen in de zorg en het sociaal domein hebben hiertoe in 2024 een visie op de eerstelijnszorg ontwikkeld. Onze gezamenlijke ambitie is dat er in 2030 in elke wijk en buurt een duurzame en stevige infrastructuur staat voor het sociaal domein, met voldoende herkenbaarheid en continuïteit, zodat het sociaal werk een gelijkwaardige partner is voor de zorg. En dat de huisarts, wijkverpleegkundige en sociaal werker samenwerken in hechte wijkverbanden. Als een gezondheidsklacht in de kern een sociaal-maatschappelijk probleem is, kan dan snel worden doorverwezen naar vakmensen in het sociaal domein.